|
|
|
Dit artikel ziet op de situatie dat de deelnemer bij dezelfde werkgever in
een andere pensioenregeling gaat deelnemen, bijvoorbeeld omdat hij
promotie maakt. In dat geval kan waardeoverdracht voor hem wenselijk
zijn, namelijk wanneer die andere pensioenregeling door een andere
pensioenuitvoerder of dezelfde pensioenuitvoerder wordt uitgevoerd.
Deze situatie lijkt op die welke wordt geregeld in artikel 71 omdat daar ook
sprake is van een waardeoverdracht op verzoek van de deelnemer en een
plicht van de pensioenuitvoerder om daaraan onder bepaalde voorwaarden
mee te werken. Anders dan in artikel 71 is hier echter geen
sprake van wisseling van werkgever en gelden daarom tevens de eisen
van collectieve actuariële gelijkwaardigheid en van sekseneutraliteit.
Zoals hiervoor is aangegeven is het mogelijk dat de andere pensioenregeling
door dezelfde pensioenuitvoerder wordt uitgevoerd. Dan is de
financiële positie van de pensioenuitvoerder geen belemmering. Daarom
staat in de slotzin bij het eerste lid «tenzij de overdragende en ontvangende
pensioenuitvoerder niet identiek zijn en sprake is van de in artikel
72 omschreven situatie. In de PSW wordt de in het onderhavige artikel
bedoelde vorm van waardeoverdracht in artikel 32ba geregeld en gelden
ook de eisen van collectieve actuariële gelijkwaardigheid en van sekseneutraliteit.
Op grond van artikel 32ba PSW bestaat voor deze situatie nog
geen recht op waardeoverdracht, maar het is wenselijk daar nu wel in te
voorzien. Dit recht op waardeoverdracht is dus nieuw. De in artikel 67
genoemde data zijn hier niet relevant.
De volzin waarmee het eerste lid afsluit ('Indien het verzoek van de gewezen deelnemer tot waardeoverdracht partnerpensioen betreft is voor de waardeoverdracht van dit partnerpensioen tevens vereist dat de partner die begunstigde is voor het partnerpensioen met de waardeoverdracht instemt.') is via een wetswijziging toegevoegd om duidelijk aan te geven dat de instemming van de partner uitsluitend relevant is voor het partnerpensioen en niet voor het ouderdomspensioen (red.).
Tweede en derde lid
De tekst van deze leden is identiek aan die van artikel 71, tweede en derde
lid.
Vierde lid
In de tekst van dit lid zijn de eisen van sekseneutraliteit en collectieve
actuariële gelijkwaardigheid opgenomen.
De eis van sekseneutraliteit houdt in dat de overdragende pensioenuitvoerder
ervoor moet zorgen dat het te verwerven pensioen na waardeoverdracht
naar de ontvangende pensioenuitvoerder voor mannen en
vrouwen gelijk is. Een overdragende pensioenuitvoerder dient daartoe te
controleren hoe de ontvangende pensioenuitvoerder omgaat met de eis
van gelijke behandeling van mannen en vrouwen, met name of de ontvangende
pensioenuitvoerder werkt met sekseneutrale of sekseafhankelijke
factoren. In de gevallen dat een overdragende pensioenuitvoerder werkt
met sekseafhankelijke- en de ontvangende pensioenuitvoerder met sekseneutrale
factoren, én in de omgekeerde situatie (als een overdragende
pensioenuitvoerder werkt met sekseneutrale- en de ontvangende
pensioenuitvoerder met sekseafhankelijke factoren), is een correctie van
de overdrachtswaarde noodzakelijk.
Op grond van de eis van collectieve actuariële gelijkwaardigheid moet de
overdrachtswaarde bovendien dusdanig berekend worden dat er op het
niveau van de pensioenuitvoerder geen geld achterblijft. Een overdragende
pensioenuitvoerder mag bijvoorbeeld niet kiezen voor waardeoverdracht
naar een pensioenuitvoerder die sekseneutrale factoren
hanteert, door voor mannen en vrouwen een gelijke, doch zeer lage
waarde over te dragen. De overdrachtswaarde moet dusdanig worden
berekend in dat geval dat verwacht mag worden dat een pensioenuitvoerder
gemiddeld genomen geen geld overhoudt (of tekort komt) bij
waardeoverdracht.
Die eisen gelden ook wanneer niet alleen voor een individu een andere
pensioenovereenkomst bij de zelfde werkgever gaat gelden bijvoorbeeld
als gevolg van promotie, maar ook wanneer voor alle werknemers bij
dezelfde werkgever de pensioenovereenkomst wordt gewijzigd (zie artikel
83, eerste lid, sub c). In de situatie waarop artikel 71 ziet, geldt alleen de
eis van individuele actuariële gelijkwaardigheid.
Tevens wordt opgemerkt dat uit het hier bepaalde voortvloeit dat geen
kosten in mindering mogen worden gebracht op de overdrachtswaarde
door overdragende en door ontvangende pensioenuitvoerder (zie ook
paragraaf 7.2.2). Dit is uitdrukkelijk bepaald in het zevende lid.
Vijfde lid
De eisen van sekseneutraliteit en collectieve actuariële gelijkwaardigheid
gelden op grond van de PSW pas vanaf bepaalde data (vergelijk bijvoorbeeld
ook artikel 60 en 62 en 83).
Zesde lid
Het is mogelijk om ook over de eerdere pensioenopbouw de uitgangspunten
van sekseneutraliteit en collectieve actuariële gelijkwaardigheid te
hanteren (vergelijk bijvoorbeeld ook artikel 54).
Zevende lid
Deze bepaling komt overeen met artikel 71, vijfde lid.
|
|
|