Art. 68 Pensioenwet
Afkoop klein bijzonder partnerpensioen bij scheiding
   1.De pensioenuitvoerder heeft jegens de gewezen partner het recht om een aanspraak op bijzonder partnerpensioen af te kopen indien de uitkering van het partnerpensioen op jaarbasis op de ingangsdatum minder zal bedragen dan het op basis van artikel 66 bepaalde bedrag, tenzij dit recht op afkoop in de pensioen- en uitvoeringsovereenkomst is beperkt of uitgesloten.

   2.De pensioenuitvoerder die gebruik maakt van het in het eerste lid bedoelde recht informeert de gewezen partner hierover binnen zes maanden na de melding van de scheiding en gaat binnen die termijn over tot uitbetaling van de afkoopwaarde aan de gewezen partner.

   3.De pensioenuitvoerder kan na de in het tweede lid bedoelde termijn afkopen indien:
      a. de gewezen partner daarmee instemt; en
      b. indien de hoogte van het partnerpensioen op jaarbasis per 1 januari van dat jaar lager is dan het op basis van artikel 66 bepaalde bedrag.

   4.Artikel 66, zesde en negende tot en met elfde lid, is van overeenkomstige toepassing.

Memorie van Toelichting
Gezien de gewijzigde opzet van de afkoopbepalingen waardoor een kleine pensioenaanspraak, die niet meer groeit door pensioenopbouw, afgekocht kan worden ter beperking van de administratieve lasten, ligt het voor de hand om een kleine aanspraak op bijzonder partnerpensioen direct bij de scheiding ten gunste van de gewezen partner af te kopen.

« terug
Pensioenwet: