|
|
|
1. De pensioenuitvoerder verstrekt de informatie, bedoeld in de artikelen 21, 38 tot en met 45, 46, eerste lid, onderdeel d, tweede tot en met vierde lid, en 47 tijdig en in duidelijke en begrijpelijke bewoordingen.
2. De informatie over toeslagverlening, bedoeld in de artikelen 21 en 38 tot en met 45, wordt in ieder geval uitgedrukt in een kwalitatieve en beeldende maatstaf.
3. De in het tweede lid bedoelde maatstaf houdt in ieder geval rekening met:
a. de verwachtingen ten aanzien van de toekomstige toeslagverlening, zoals deze uit de continuïteitsanalyse volgen en welke onderdeel zijn van de voorwaardelijkheidsverklaring, bedoeld in artikel 95; en
b. de te verwachten toeslagverlening in de pensioenovereenkomst afgezet tegen het minimale percentage van het gemiddelde prijsindexcijfer, bedoeld in artikel 144, eerste lid, onderdeel a.
4. Onze Minister kan regels stellen ten aanzien van het tweede en derde lid.
| |
Van groot belang is dat de informatie duidelijk en voor de gemiddelde
deelnemer begrijpelijk is. In dit opzicht kan een parallel worden getrokken
met de financiële bijsluiter die tot doel heeft te informeren over complexe
financiële producten en die gericht moet zijn op de «gemiddelde consument» (Zie de toelichting bij de Wet financiële dienstverlening, Kamerstukken
II 2003/04 29 507, nr. 3, blz. 86, en artikel 3 van het Besluit financiële
bijsluiter (Stb. 2001, 670) waarin sprake is van «voor de afnemer
begrijpelijke bewoordingen».
Met het onderhavige artikel wordt beoogd te
voorkomen dat een pensioenuitvoerder volstaat met toezenden van het
pensioenreglement, dat voor veel werknemers moeilijk toegankelijk is.
Een pensioenreglement geeft immers weliswaar een uitvoerige beschrijving
van de pensioenregeling, maar is geschreven in een juridische en
pensioentechnische terminologie die daarom niet altijd voor alle deelnemers
begrijpelijk is.
De in de artikelen 20 en 35 en volgende genoemde
verplichtingen tot informatieverstrekking moeten dus leiden tot voor
iedere deelnemer toegankelijke informatie. Het gaat daarbij dus niet om
een uitputtende beschrijving waarin alle rechten en plichten van de
betrokken partijen zijn uitgewerkt.
De eis dat er sprake moet zijn van informatie
in duidelijke en begrijpelijke bewoordingen kan moeilijk gesteld
worden ten aanzien van specifieke juridische en/of financiële documenten,
zoals het pensioenreglement, de uitvoeringsovereenkomst of het
uitvoeringsreglement, jaarrekening en jaarverslag. Zoals in de toelichting
bij artikel 46, eerste lid, onderdeel e, is aangegeven kan deze bepaling
betrekking hebben op zeer uiteenlopende informatie. In de op grond van
artikel 46, vijfde lid, vast te stellen regels zal worden ingevuld wanneer
hier de eis inzake duidelijk en begrijpelijke bewoordingen zal gelden. Wat
betreft het begrip «tijdig» kan worden opgemerkt dat dit met betrekking
tot artikel 21 op basis van dat artikel zelf wordt ingevuld. Ten aanzien van
de invulling hiervan in artikel 35 en volgende opgenomen bepalingen kan
worden verwezen naar paragraaf 7.6.1.
De leden 2, 3 en 4 van dit artikel zijn toegevoegd naar aanleiding van een amendement met de volgende toelichting:
Het amendement heeft tot doel bij wet vast te leggen dat de informatieverstrekking
aan de (potentiële) deelnemers, gewezen deelnemers en
pensioengerechtigden over de toeslagverlening eerlijk, toegankelijk en
begrijpelijk is.
Het amendement heeft tot doel op basis van de continuïteitsanalyse van
pensioenfondsen en verzekerde regelingen een label te ontwikkelen. Het
label moet (potentiële) deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden
inzicht geven in de zekerheid waarmee hun pensioenregeling
meegroeit met de inflatie. De indexatiematrix is daar niet geschikt voor.
Deze matrix is voor (potentiële) deelnemers, gewezen deelnemers en
pensioengerechtigden niet inzichtelijk. Bovendien is deze ondeugdelijk als
communicatie instrument. De indexatiematrix geeft alleen inzicht of de
dekking van het fonds overeenstemt met de beloofde toeslagverlening. De
indieners willen echter dat deelnemers, gewezen deelnemers en
pensioengerechtigden ook inzicht krijgen in de mate en zekerheid
waarmee hun pensioenregeling inflatiebestendig is.
Met de op basis van de continuïteitsanalyse gemaakte indexatiematrix
kan de DNB toezicht houden op de financiële positie van fondsen en
verzekeraars. Het label, dat ook gebaseerd is op de continuïteitsanalyse, is
geschikt voor eerlijke communicatie. Zonder zo’n uniforme methodiek kan
er geen goed toezicht gehouden worden op eerlijke communicatie.
Eerlijke communicatie over de kwaliteit van de toeslagverlening is
onmisbaar om een goed oordeel te kunnen vellen over de kwaliteit van
een de pensioenregeling. Het door de sector te ontwikkelen label moet
inzicht geven in de verwachting dat de pensioenregeling meegroeit met
de inflatie. Het label geeft een indicatie van de toekomstige toeslagverlening,
net zoals de risico-indicator in de Financiële bijsluiter. Dit laat
onverlet dat eventuele juridische doorslaggevende productvoorwaarden
in de pensioenovereenkomst zijn vastgelegd. Het label geeft een indicatie,
is een communicatie instrument. Op dit communicatie instrument houdt
de AFM toezicht en is dus geen juridische verplichting aan (potentiële)
deelnemers, gewezen deelnemers en gepensioneerden.
Het indexatielabel dient binnen een jaar na inwerkingtreding van de
Pensioenwet als communicatiemiddel ingezet te worden.
|
|
|
- De genoemde artikelen verwijzen naar de documenten waarin de informatie moet woden verstrekt, zoals: startbrief, het UPO, bij beëindiging deelneming en in de periodieke informatie aan gewezen deelnemers, gewezen partners, pensioengerechtigden (op en na de pensioendatum) en aan deelnemers aan een vrijwillige pensioenregeling.
Ook vloeit uit dit artikel de verplichting voort om bepaalde informatie die op verzoek wordt verstrekt, zoals het pensioenreglement en het jaarverslag,
tijdig te leveren.
|
|