Met dit artikel is beoogd de driehoeksrelatie tot uitdrukking te brengen en
aan te geven hoe de rol van de pensioenuitvoerder is ten opzichte van de
uitvoeringsovereenkomst en de pensioenovereenkomst. Uit deze taak
vloeien voor de pensioenuitvoerder verplichtingen voort zoals bijvoorbeeld
het beleggen van de middelen en het verstrekken van informatie.
Dit artikel spreekt over «een pensioenovereenkomst» en «een uitvoeringsovereenkomst
of een uitvoeringsreglement» in enkelvoud. In de praktijk
zal een pensioenuitvoerder echter altijd meer dan één pensioenovereenkomst
uitvoeren. Pensioenfondsen in de vorm van eenmansfondsen
worden immers niet meer toegestaan. Verzekeraars kunnen
weliswaar een uitvoeringsovereenkomst sluiten met een werkgever die
maar één werknemer heeft, maar een verzekeraar zal vrijwel nooit uitsluitend
voor één werkgever actief zijn. Een verzekeraar zal dus altijd verschillende
uitvoeringsovereenkomsten sluiten. Daarnaast kan een verzekeraar
uiteraard ook levensverzekeringsovereenkomsten sluiten die geen
pensioen zijn in de zin van dit wetsvoorstel. Een pensioenfonds kan op
basis van verschillende uitvoeringsovereenkomsten actief zijn, mits dit
past binnen de door dit wetsvoorstel gestelde regels (zie met name artikel
104 en volgende inzake taakafbakening). Het onderhavige artikel geldt ook
in geval van deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds op basis van
een verplichtstelling. Op grond van artikel 2, tweede lid, onderdeel a, van
dit wetsvoorstel geldt immers een gelijkstelling ten aanzien van pensioenovereenkomsten.
Indien een pensioenfonds is herverzekerd of overdracht heeft plaatsgevonden
aan een verzekeraar, dan blijft het pensioenfonds (eind) verantwoordelijk
voor de taken die uit hoofde van deze afdeling aan de
pensioenuitvoerder zijn opgedragen. Dat wil zeggen dat een pensioenfonds
bepaalde taken, zoals het geven van informatie, wel kan uitbesteden
aan de verzekeraar aan wie overdracht heeft plaatsgevonden, maar het
pensioenfonds blijft dan eindverantwoordelijk.
|