De in artikel 26 genoemde termijnen gelden niet indien sprake is van een beëindiging van de deelneming. In dat geval wordt de ten tijde van de beëindiging nog verschuldigde premie binnen dertien weken voldaan.
Memorie van Toelichting:
De tekst van deze bepaling ziet met name op de situatie dat iemand met
ontslag gaat en daardoor gewezen deelnemer wordt, maar de aanspraak
nog niet volledig gefinancierd is. Het is in het belang van de werknemer in
het kader van het recht op waardeoverdracht, dat die nog verschuldigde
premie dan binnen een redelijke termijn wordt voldaan. Het artikel ziet
echter ook op de situatie dat door omstandigheden voor álle werknemers
de opbouw op basis van de pensioenovereenkomst wordt beëindigd. Ook
dan geldt de verplichting om de nog verschuldigde premie binnen dertien
weken te voldoen. De termijn is ruimer dan op basis van artikel 9a, tweede
lid, van de PSW(na implementatie van richtlijn 2003/41/EG geformuleerd
in artikel 9, eerste lid, van de PSW). Daarvoor is gekozen omdat dit beter
aansluit bij de praktijk. Vanuit het oogpunt van waarborging is dit niet
bezwaarlijk aangezien het gebruikelijk is dat de premies vooruit betaald
worden.
|