Art. 17 Pensioenwet
Evenredige verwerving pensioenaanspraken
De verwerving van pensioenaanspraken in het kader van een uitkeringsovereenkomst of een kapitaalovereenkomst vindt gedurende de deelneming ten minste evenredig in de tijd plaats.

Memorie van Toelichting:
Deze bepaling is nader toegelicht in paragraaf 3.3.4 van deze memorie van toelichting. Daarin is ook aangegeven waarom hier een onderscheid wordt gemaakt tussen uitkerings- en kapitaalovereenkomsten enerzijds en premieovereenkomsten anderzijds. Tevens is aangegeven hoe het onderhavige artikel en artikel 114 zich verhouden tot artikel 7a van de PSW.

Bij middelloon en eindloonregelingen houdt de hier geformuleerde eis van evenredigheid met betrekking tot de opbouw in dat in regelingen waarin het te bereiken pensioen wordt berekend met een bepaald opbouwpercentage per pensioenjaar dit percentage tijdens de opbouwperiode in principe ten minste gelijk moet blijven.

Het onderhavige artikel biedt dus niet de ruimte om bijvoorbeeld een pensioenregeling zo op te zetten dat de opbouw in de eerste 10 jaar 13.4% is, in de periode van 10.20 jaar: 11.2%, in de periode 20.30 jaar 11.4% en in de periode van 30.40 jaar 1% per pensioenjaar.

Dit opbouwpercentage kan alleen verhoogd of verlaagd worden als de pensioenovereenkomst wordt gewijzigd, bijvoorbeeld door een opbouwpercentage van 13.4% per jaar te vervangen door 2% per jaar of 11.2% per jaar.

De eis van evenredigheid betekent dat ook de wijze van vaststelling van de pensioengrondslag niet in de tijd mag varieren. De in het volgende voorbeeld gegeven opzet is dus niet toegestaan. Stel: bij 10 pensioenjaren geldt als pensioengevend salaris het minimumloon, bij 10 tot 20 jaar geldt als pensioengevend salaris het feitelijk verdiende loon exclusief vakantietoeslag en 13e maand, bij 20 tot 30 jaar geldt als pensioengevend salaris het feitelijk verdiende loon inclusief vakantietoeslag maar exclusief vakantietoeslag en bij 30 tot 40 jaar geldt als pensioengevend salaris het feitelijk verdiende loon inclusief vakantietoeslag en 13e maand. Voor de goede orde: uiteraard kan het pensioengevend salaris wel stijgen gedurende het deelnemerschap in de pensioenregeling, maar niet de wijze waarop dit wordt vastgesteld.

Ten aanzien van pensioenregelingen die een maximum aantal in aanmerking te nemen dienstjaren kennen is het denkbaar dat het deelnemerschap langer duurt dan het maximum aantal jaren. Dat kan betekenen dat in de laatste jaren van het deelnemerschap geen opbouw meer plaats heeft. Het onderhavige artikel belemmert dit niet; de zogenaamde voorfinanciering is toegestaan.

Bij kapitaalverzekeringen wordt aan de eis van evenredigheid voldaan door het waarborgen van een vaste verhouding tussen het aantal bereikte en het aantal maximaal bereikbare pensioenjaren en de hoogte van het te bereiken kapitaal. Dat betekent dat iemand in een regeling waarin maximaal 40 pensioenjaren kunnen worden bereikt, na 10 jaren deelnemerschap een kwart heeft opgebouwd van het bij 40 pensioenjaren te bereiken kapitaal. Rekening houdend met het rendement dat nog behaald kan worden in de periode tot de pensioendatum, hoeft het kapitaal na die eerste tien jaar nog geen kwart te bedragen, maar moet wel de zekerheid bestaan dat op de pensioendatum dat kwart beschikbaar is.

Omdat onder pensioenaanspraken ook onvoorwaardelijke toeslagen vallen (zie artikel 1) geldt de eis van evenredige verwerving ook ten aanzien van onvoorwaardelijke toeslagen.

NB: Onderstaande alinea is achterhaald door invoeging van artikel 17a in de Pensioenwet.

De eis van evenredigheid geldt niet voor premieovereenkomsten. De reden daarvoor is dat het karakter van een premieovereenkomst niet gericht is op een eindresultaat, maar op de inleg van de premie. Dat betekent dat de hoogte van de premie die de basis vormt van de pensioenovereenkomst kan fluctueren voorzover dat past binnen de afspraken die door werkgever en werknemer hierover zijn gemaakt. Uiteraard blijven de grenzen die de fiscale regelgeving in dit verband stelt wel van belang evenals de eisen die voortvloeien uit andere wetgeving, zoals de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij arbeid.

« terug