De richtlijn bevat positieve verplichtingen tot het verschaffen van informatie
die zijn overgenomen in de artikelen 193d en 193e. Het verstrekken
van informatie is immers belangrijk voor de consument om een geïnformeerd
besluit te nemen over een bepaalde aankoop.
In het eerste lid van artikel 193d is bepaald dat onder een misleidende
handelspraktijk mede wordt verstaan een misleidende omissie. In het
tweede lid van artikel 193d wordt aangegeven wanneer er sprake is van
een misleidende omissie. Kort gezegd is er sprake van een misleidende
omissie indien de handelaar essentiële informatie niet geeft. In het derde
en vierde lid wordt de algemene norm aangevuld. In deze leden is
bepaald dat, hoewel de informatie wel gegeven wordt, er toch sprake kan
zijn van een misleidende omissie, indien de vereiste informatie niet begrijpelijk
of op dubbelzinnige wijze wordt verstrekt. Artikel 193e bevat een
aantal concrete informatieverplichtingen voor de handelaar die van
toepassing zijn bij een uitnodiging tot aankoop.
In het tweede en derde lid van artikel 193d is het begrip essentiële informatie
opgenomen. De richtlijn bevat geen definitie van essentiële informatie
maar uit artikel 193e kan worden afgeleid om welke informatie het
gaat. Hierbij moeten wel nuanceringen worden geplaatst. Ten eerste gaat
het in artikel 193d, in tegenstelling tot artikel 193e, niet om een uitnodiging
tot aankoop. Hiervan is pas sprake indien er een concreet product
met prijs wordt genoemd (eventueel «prijs vanaf») die de consument in
staat stelt een aankoop te doen. Advertenties om de naamsbekendheid
van een product te vergroten, vallen hier dus niet onder en dus behoeft
alle informatie genoemd in artikel 193e in dat geval niet te worden
gegeven. Daarnaast bevat het vierde lid een belangrijke nuancering,
namelijk de feitelijke context en het communicatiemedium. Het is duidelijk
dat een handelaar in bijvoorbeeld een sms-boodschap niet alle vereiste
informatie kan geven. In die gevallen zal de handelaar bijvoorbeeld via
zijn website wel de noodzakelijke informatie beschikbaar moeten stellen.
De verschillende factoren tezamen bepalen of een handelaar de essentiële
informatie heeft gegeven en of er sprake is van een misleidende omissie.
Artikel 193e geeft een aantal concrete informatieverplichtingen. Deze
informatie behoeft echter niet te allen tijde gegeven te worden. Hierbij is
een aantal factoren relevant. Ten eerste moet het gaan, zoals hierboven
reeds is aangegeven, om een uitnodiging tot aankoop. Hiervan is pas
sprake indien er, kort gezegd, een concreet product met prijs wordt
genoemd (eventueel «prijs vanaf») die de consument in staat stelt een
aankoop te doen (zie voor de definitie artikel 193a, eerste lid, onder g).
Ook bevatten de informatieverplichtingen onder a, c, d en e clausules die
de informatieverplichting niet absoluut maken. Onder a wordt bijvoorbeeld
aangegeven dat de informatie alleen behoeft te worden verstrekt
voor zover dit passend is gezien het medium en de informatie onder d
behoeft alleen te worden verstrekt indien deze afwijkt van de vereisten
van professionele toewijding.
|