Artikel 6:193c BW
Memorie van Toelichting
Dit artikel geeft aan wanneer er sprake is van een misleidende handelspraktijk. In de wettekst is zoveel als mogelijk aangesloten bij de tekst van artikel 6 van de richtlijn. Ook de voorbeelden die de richtlijn geeft, zijn in de wettekst opgenomen. In de praktijk zullen zich vermoedelijk meer situaties voordoen dan de gegeven voorbeelden die te kwalificeren zijn als een misleidende handeling. Of dit zo is, zal in ieder concreet geval vastgesteld moeten worden. Hieronder worden de gegeven voorbeelden uit de richtlijn nader toegelicht.

In het eerste lid gaat het om handelspraktijken waarbij de handelaar foutieve informatie verstrekt (niet gebaseerd op de waarheid) of informatie verstrekt die door de wijze van presentatie, hoewel feitelijk gezien correct, op de een of andere manier de consument bedriegt. Deze informatie heeft betrekking op de onder a tot en met g genoemde elementen. Een van deze elementen betreft de belangrijkste kenmerken van het product, zoals beschikbaarheid, voordelen, risico’s, uitvoering, samenstelling, accessoires, klantenservice en klachtenbehandeling, procédé en datum van fabricage of verrichting, levering, geschiktheid voor het gebruik, gebruiksmogelijkheden, hoeveelheid, specificatie, geografische of commerciële oorsprong, de van gebruik te verwachten resultaten, en de resultaten en wezenlijke kenmerken van op het product verrichte tests of controles (onderdeel b). Een ander element is de informatie betreffende de hoedanigheid, kenmerken en rechten van de handelaar of zijn tussenpersoon, zoals bijvoorbeeld zijn identiteit, vermogen, kwalificaties, status, erkenning, affiliatie, connecties, industriële, commerciële of intellectuele eigendomsrechten of zijn prijzen, bekroningen en onderscheidingen (onderdeel f). Tot slot wordt nog opgemerkt dat onder g als element wordt genoemd de rechten van de consument of de risico’s die hij eventueel loopt. Hieronder valt in ieder geval het recht op garantie van de consument (zie met name artikel 7:6a BW) bij de aankoop van producten. In het tweede lid zijn twee gedragingen genoemd die ieder afzonderlijk ook als een misleidende handeling worden beschouwd. De eerste gedraging betreft de marketing van producten en de tweede het niet nakomen van de verplichtingen die voortvloeien uit gedragscodes. Ten aanzien van de marketing van producten kan worden opgemerkt dat vergelijkende reclame (artikel 6:194a BW) weliswaar onder dit artikel (tweede lid, onder a) valt, maar dit artikel uitdrukkelijk een andere – beperktere – reikwijdte heeft. De reikwijdte van afdeling 6.3.3a en dus ook van dit artikel is beperkt tot de verhouding tussen ondernemers en consumenten. Het artikel is derhalve niet van toepassing op handelspraktijken tussen bedrijven onderling, zoals dit het geval is bij vergelijkende reclame (zie artikel 6:194a BW). Er kan derhalve op basis van artikel 193c, tweede lid, onder a, slechts van een misleidende handeling sprake zijn indien de gemiddelde consument door de vergelijkende reclame een besluit over een overeenkomst neemt of kan nemen, dat hij anders niet had genomen. In bepaalde gevallen kunnen de verplichtingen die zijn opgenomen in een gedragscode maar niet worden nagekomen door de handelaar, worden gekwalificeerd als een misleidende handeling. Dit is echter alleen het geval indien de verplichting concreet (dus niet: «dit bedrijf zet zich in voor het milieu») en kenbaar is (de gedragscode is bijvoorbeeld gepubliceerd of ligt ter inzage) en de handelaar bovendien heeft aangegeven dat hij aan de gedragscode is gebonden. Om gebonden te zijn aan de gedragscode is het niet noodzakelijk dat de handelaar de gedragscode heeft ondertekend. Indien hij op zijn website bijvoorbeeld expliciet verwijst naar de gedragscode kan dit onder omstandigheden ook voldoende zijn.

« terug