|
|
 |
|
|
De formule om de jaarruimte te berekenen wordt meestal als volgt uitgedrukt:(0,17 x PG) - 7,5A - F.
De letter F staat voor FOR (Fiscale oudedagsreserve), een term die vervangen is door het begrip 'oudedagsreserve'.
Zelfstandige ondernemers kunnen vanuit de winst uit onderneming een oudedagsreserve opbouwen. Zij kunnen het gereserveerde bedrag fiscaal neutraal omzetten in aanspraken op lijfrentermijnen. De onttrekking van een bepaald bedrag aan de oudedagreserve levert een belastingclaim op, maar daar staat tegenover dat datzelfde bedrag als lijfrentepremie aftrekbaar is. De bedongen lijfrente moet voldoen aan de eisen die aan een ouderdomslijfrente gesteld worden.
Om een oudedagsreserve te kunnen vormen moet een ondernemer aan de volgende criteria voldoen:
- urencriterium (minimaal 1225 uren per jaar besteden aan de onderneming);
- aan het begin van het kalenderjaar jonger zijn dan 65 jaar;
- de onderneming moet winst maken. In een verliesjaar kan dus geen toevoeging aan de oudedagsreserve plaatsvinden;
- de totale oudedagsreserve mag niet hoger zijn dan uw bedrijfsvermogen;
- er geldt een bovengrens van 12% van de winst met een maximum van (in 2010) € 11.811;
- de toevoeging wordt verminderd met betaalde pensioenpremies, wanneer deze ten laste van de winst gebracht worden,
- de stand van de oudedagsreserve moet jaarlijks op de balans van de onderneming staan.
Bij het omzetten van de oudedagsreserve in een lijfrente is de hoofdregel dat de lijfrente uiterlijk moet ingaan in het jaar waarin de leeftijd van 70 jaar bereikt wordt, niet van toepassing. De staatssecretaris heeft deze uitzondering goedgekeurd omdat anders de ondernemer gedwongen zou worden om zijn onderneming op 70-jarige leeftijd te beëindigen.
|
|
|
|