|
|
 |
|
|
Het toetskader is een antwoord op de Gedragscode Hypothecaire Financieringen (GHF). Met deze code heeft de branche in het kader van zelfregulering vorm en inhoud gegeven aan de open norm van artikel 4:34 Wft.
De AFM scherpt de code aan en de minister van Financiën formaliseert de regels in een Algemene Maatregel van Bestuur, die naar verwachting op 1 januari 2011 in werking treedt. Vanaf dat moment is geen sprake meer van zelfregulering, maar van een besluit met dwingende voorschriften.
Het nieuwe toetskader bestaat uit twee componenten
- de ook in de GHF opgenomen LTI-norm ('Loan-To-Income'; de verhouding tussen lening en inkomen), in de Gedragscode wordt dit de leencapaciteit genoemd; en
- en de nieuwe LTV-norm ('Loan-To-Value'); de verhouding tussen lening en woningwaarde. De LTV-norm wordt (gedurende een overgangsperiode van onbepaalde tijd) vastgesteld op een maximale LTV-ratio van 112%, waarbij binnen 7 jaar het meerdere boven de 100% LTV (de “top”) moet worden afgelost. Ook kan voor de top een voor 100% gegarandeerd vermogen worden opgebouwd en aan het hypothecaire krediet worden verpand.
Deze componenten wegen even zwaar bij de beoordeling of een te verstrekken hypothecair krediet verantwoord is. Dit betekent dat te verstrekken hypothecaire kredieten zowel in overeenstemming met de LTI-norm als de LTV-norm moeten zijn.
In het nieuwe toetskader is deze LTI-norm aangescherpt en wordt de LTV-norm geïntroduceerd.
De hypotheeklastenberekening zoals die geldt in de GHF, blijven gehandhaafd.
|
|
|
|