|
|
 |
|
|
Artikel 4:9 Wft legt in het tweede lid een zorgplicht op voor een financiële dienstverlener met betrekking tot de inhoudelijke vakbekwaamheid van werknemers, uitzendkrachten en gedetacheerden. De vakbekwaamheidseis beperkt zich tot personen die zich rechtstreeks bezig houden met het verlenen van financiële diensten aan cliënten.
De deskundigheid van deze medewerkers kan op twee manieren worden aangetoond:
- zij kunnen zelf deskundig zijn, hetgeen kan blijken uit geldige diploma's;
- de bedrijfsvoering is zodanig ingericht dat de kennis toegankelijk wordt gemaakt door deze in een computersysteem of handleiding te vatten. In het laatste geval dienen de instructies zo te zijn geformuleerd en gerangschikt, dat de gebruiker ze ook daadwerkelijk kan opvolgen. (art. 6 Bgfo)
Deze bepaling biedt bijvoorbeeld uitkomst voor financiële dienstverleners die beschikken over een adequaat systeem van interne opleidingstrajecten. Ook kan worden gedacht aan financiële dienstverleners met een bedrijfsvoering waarbij een systeem aanwezig is waarbij vakbekwame personen binnen de organisatie hun vakbekwaamheid voor klantmedewerkers toegankelijk maken door middel van bijvoorbeeld computersystemen of handleidingen.
Er zijn geen vormvereisten geformuleerd voor het voeren van een adequate bedrijfsvoering.
De AFM heeft wel aangegeven op welke manier deze onder meer kan worden aangetoond, namelijk door het inzichtelijk maken van:
- de taak of functiebeschrijving van de feitelijk leidinggevende waarin is opgenomen dat de medewerker de vakinhoudelijke deskundigheid van ander (nader gespecificeerde) medewerkers stuurt;
- de beslissings- en tekeningsbevoegdheden. Hierin wordt aangegeven welke medewerker wat mag doen (bijv. in geval deskundigheidswaarborging: wie is bevoegd adviezen van klantmedewerkers zonder diploma te controleren?); en wie is bevoegd bij diens afwezigheid?);
- de aard van de werkzaamheden van de feitelijk leidinggevende. Dit houdt in dat duidelijk is welke werkzaamheden dit zijn, hoe deze worden uitgevoerd, met welke frequentie deze worden uitgevoerd en op welke wijze vastlegging plaatsvindt.
Artikel 5 Bgfo maakt duidelijk aan welke deskundigheidseisen de klantmedewerkers moet voldoen. Zij dienen naast de basismodule ook te beschikken over de vakbekwaamheid die is neergelegd in de bij die financiële producten behorende onderdelen van bijlage B (modules hypothecair krediet, consumptief krediet, schadeverzekeringen, levensverzekeringen en pensioenverzekeringen). Of iemand vakbekwaam moet zijn op een bepaald vakgebied is dus afhankelijk van zijn werkgebied: houdt hij zich uitsluitend rechtstreeks bezig met hypothecair krediet, dan dient hij te beschikken over de vakbekwaamheid opgenomen in de basismodule en de module hypothecair krediet.
Een medewerker van een financiële dienstverlener die optreedt als (onder)gevolmachtigde agent, dient behalve de basismodule ook de daarbij behorende module (onderdeel 6 van bijlage B) voor het optreden als (onder)gevolmachtigde agent te beheersen.
Daarbij stelt artikel 4:9 Wft de eis dat de onderneming beschikt over 'in ieder geval een zodanig aantal feitelijk leidinggevenden' die over voldoende vakbekwaamheid beschikken, dat de kwaliteit is gewaarborgd. Wat onder 'een zodanig aantal' moet worden verstaan is mede afhankelijk van de grootte van het bedrijf.
|
|
|
|