|
|
|
Van artikel 2:92, eerste lid, van de wet zijn vrijgesteld gevolmachtigde of ondergevolmachtigde agenten voorzover zij verzekeringen sluiten met:
a. consumenten die bij hen werkzaam zijn of anderszins onder hun verantwoordelijkheid vallen;
b. consumenten die werkzaam zijn bij of anderszins onder de verantwoordelijkheid vallen van andere rechtspersonen waarmee zij in een formele of feitelijke zeggenschapsstructuur zijn verbonden; of
c. consumenten of, indien het financiële diensten met betrekking tot verzekeringen of herverzekeringsbemiddeling betreft, cliënten, waarmee zij in een formele of feitelijke zeggenschapsstructuur zijn verbonden.
|
|
|
Verwezen wordt naar de toelichting op
de artikelen 2, eerste lid, onderdeel b en
8.
Toelichting art. 2, eerste lid, b:
In dit onderdeel
is een deel van de vrijstelling van
artikel 6 van de Vrijstellingsregeling
Wfd ondergebracht. Dat artikel verleent
vrijstelling aan financiëledienstverleners,
met uitzondering van
financiëledienstverleners die financiële
diensten verlenen met betrekking tot
krediet, die financiële diensten verlenen
aan ‘de eigen werknemer’ of ‘het eigen
bedrijf’. Vanwege de gekozen indeling
van deze regeling is artikel 6 van de
Vrijstellingsregeling Wfd opgesplitst en
in verschillende onderdelen ondergebracht
in deze regeling. Naast de onderhavige
bepaling, op grond waarvan
aanbieders van bepaalde beleggingsobjecten
onder voorwaarden zijn vrijgesteld
van de vergunningplicht, is artikel
6 van de Vrijstellingsregeling Wfd
ondergebracht in de artikelen, 5, eerste
lid, onderdeel j (vrijstelling van de vergunningplicht
voor adviseurs), 6, eerste
lid, onderdeel e (vrijstellingstelling van
de vergunningplicht voor bemiddelaars),
8 (vrijstelling van de vergunningplicht
voor herverzekeringsbemiddelaars), 9
(vrijstelling van de vergunningplicht
voor het optreden als gevolmachtigde
agent of ondergevolmachtigde agent),
43, tweede lid (vrijstelling van het Deel
Gedragstoezicht financiële ondernemingen
voor het aanbieden van financiële
producten) en 39 (vrijstelling van het
Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen
voor het verlenen van
financiële diensten). Aangezien de ratio
van alle hiervoor genoemde vrijstellingsbepalingen
uit deze regeling dezelfde
is, wordt volstaan met de onderstaande
algemene toelichting.
De hiervoor genoemde vrijstellingen
die zijn overgenomen uit artikel 6 van
de vrijstellingsregeling Wfd zijn gebaseerd
op de gedachte dat de dienstverlening
eerder kan worden beschouwd als
dienstverlening aan ‘de eigen werknemer’
of ‘het eigen bedrijf’ dan als
dienstverlening aan derden waarvoor het
wettelijke kader in eerste instantie is
bedoeld.
|
|
|