Artikel 80e Bgfo
1. Een financiëledienstverlener die, zonder daarbij te adviseren, een betalingsbeschermer, complex product, hypothecair krediet, individuele arbeidsongeschiktheidsverzekering of een bij ministeriële regeling aan te wijzen ander financieel product aanbiedt, bemiddelt of ten aanzien van dit financieel product optreedt als gevolmachtigde agent, stelt bij de beoordeling van de passendheid, bedoeld in artikel 4:24, eerste lid, van de wet, voorafgaand aan de dienstverlening vast of de consument of cliënt over voldoende kennis en ervaring beschikt om te begrijpen welke risico’s zijn verbonden aan het desbetreffende financieel product en het verlenen van de betrokken financiële dienst.

2. Het inwinnen van informatie over de kennis en ervaring van de consument of cliënt, bedoeld in artikel 4:24, eerste lid, van de wet, is wat de hoeveelheid betreft evenredig aan de aard van het financieel product, de complexiteit daarvan en de daarmee samenhangende risico’s. In ieder geval wordt informatie ingewonnen over:
   a. de financiële producten waarmee de consument of cliënt bekend is;
   b. het inzicht van de consument of cliënt in de eigenschappen en risico’s van het desbetreffende financieel product en de financiële dienst;
   c. de mate waarin de consument of cliënt inzicht heeft in zijn eigen financiële situatie; en
   d. de behoefte van de consument of cliënt aan advies over het desbetreffende financieel product.

3. In de waarschuwing, bedoeld in artikel 4:24, tweede lid, van de wet wijst de financiëledienstverlener de consument of cliënt erop dat het inwinnen van advies raadzaam is.

4. Een financiëledienstverlener mag vertrouwen op de door de consument of de cliënt verstrekte informatie over de in het tweede lid genoemde onderwerpen, tenzij hij weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat deze informatie gedateerd, onnauwkeurig of onvolledig is.

5. Indien meerdere financiëledienstverleners betrokken zijn bij het verlenen van de financiële dienst aan de consument of cliënt wordt de informatie, bedoeld in het eerste lid, ingewonnen door de financiëledienstverlener die rechtstreeks door de consument of cliënt is benaderd voor het verlenen van de financiële dienst.

6. De Autoriteit Financiële Markten kan nadere regels stellen met betrekking tot de wijze waarop de informatie over de kennis en ervaring, bedoeld in het eerste lid, wordt ingewonnen van de consument of cliënt, de informatie, bedoeld in het tweede lid, alsmede de formulering van de waarschuwing, bedoeld in het derde lid.

« terug
Zie ook:

Wft: