|
|
|
1. De financiële onderneming beschikt met het oog op een adequate behandeling van klachten als bedoeld in artikel 40 over een behoorlijke administratie van klachten, waarin ten minste worden vastgelegd:
a. de naam en het adres van de klager;
b. de klacht, met daarbij behorende dagtekening van ontvangst;
c. een omschrijving van de klacht;
d. een beschrijving van de wijze waarop zij de klacht heeft behandeld.
2. De financiële onderneming bewaart de gegevens, bedoeld in het eerste lid, gedurende een periode van ten minste een jaar nadat de klacht door haar is afgehandeld
|
|
|
Dit artikel is gebaseerd op artikel 4:17, derde lid, en komt in de plaats
van de artikelen 52 van het Bfd en 30, tweede lid, en 40, tweede lid, van
het Bte 1995. De in dit artikel opgenomen bewaarplicht moet de AFM in
staat stellen zich een redelijk beeld te vormen over de algemene kwaliteit
van de klachtbehandeling. Dit omvat ook de doorlooptijd en de betrachte
mate van zorgvuldigheid bij de behandeling van klachten door een
beleggingsonderneming of financiëledienstverlener.
|
|
|