Artikel 14 Bgfo
1. De Autoriteit Financiële Markten verkrijgt inzicht in de in artikel 12 bedoelde voornemens, handelingen en antecedenten op grond van:
   a. door betrokkene verstrekte gegevens en inlichtingen;
   b. door de Landelijke Officier van Justitie verstrekte politiegegevens;
   c. gegevens uit de registratie, bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet documentatie vennootschappen;
   d. gegevens en inlichtingen, verkregen van de Belastingdienst;
   e. gegevens en inlichtingen, verkregen van Nederlandse of buitenlandse overheidsinstanties dan wel van Nederlandse of buitenlandse van overheidswege aangewezen instanties die belast zijn met het toezicht op financiële markten of op personen die op die markten werkzaam zijn;
   f. ambtsberichten van het Openbaar Ministerie;
   g. inlichtingen, verkregen van door betrokkenen opgegeven referenties;
   h. gegevens uit openbare bronnen;
   i. inlichtingen, verkregen van curatoren of bewindvoerders met betrekking tot faillissementen, surseances, schuldsaneringen, bewindvoeringen of noodregelingen waarbij de in artikel 12 bedoelde persoon betrokken is geweest;
   j. inlichtingen, verkregen van organisaties van huidige of voormalige beroepsgenoten van betrokkene; of
   k. gegevens en inlichtingen, verkregen uit andere bij ministeriële regeling aan te wijzen bronnen.

2. Indien de gegevens en inlichtingen, verkregen overeenkomstig het eerste lid, de Autoriteit Financiële Markten aanleiding geven tot nader onderzoek, kan de Autoriteit Financiële Markten ook inlichtingen inwinnen en gegevens opvragen bij andere personen of instanties dan genoemd in dat lid. De Autoriteit Financiële Markten stelt de betrokkene in dat geval schriftelijk vooraf in kennis van:
   a. de reden van het nadere onderzoek;
   b. de personen of instanties bij wie nadere gegevens of inlichtingen zullen worden ingewonnen; en
   c. de aard van de nadere gegevens of inlichtingen.

« terug
Zie ook:

Bgfo: