|
|
|
De Autoriteit Financiële Markten neemt bij de vaststelling, bedoeld in artikel 12, in ieder geval de volgende antecedenten in aanmerking:
a. de in de onderdelen 1 en 2 van bijlage C genoemde strafrechtelijke antecedenten;
b. de in onderdeel 3 van bijlage C genoemde financiële antecedenten;
c. de in onderdeel 4 van bijlage C genoemde toezichtantecedenten;
d. de in onderdeel 5 van bijlage C genoemde fiscaal bestuursrechtelijke antecedenten; en
e. de in onderdeel 6 van bijlage C genoemde overige antecedenten.
|
|
|
In dit artikel is artikel 2, tweede lid, van de Beleidsregel betrouwbaarheidstoetsing
opgenomen. In bijlage C zijn de antecedenten opgenomen
die voor de betrouwbaarheidsbeoordeling van belang zijn. Onderdeel 1
van bijlage C bevat een limitatieve opsomming van antecedenten; de
opsomming in de overige onderdelen is niet limitatief.
Naast de nadrukkelijk omschreven antecedenten kan AFM ook andere
feiten en omstandigheden die redelijkerwijs van belang kunnen zijn, in
haar overwegingen betrekken. Hierbij kan worden gedacht aan feiten en
omstandigheden die naar hun aard vergelijkbaar zijn met de in de bijlage
genoemde antecedenten.
|
|
|