Artikel 4:72
Memorie van Toelichting
De transparantieverplichtingen in deze bepaling zijn gebaseerd op artikel 34 van de Wfd. Anders dan in artikel 34 van de Wfd is evenwel in de tekst van deze bepaling tot uitdrukking gebracht dat de transparantieverplichting alleen geldt voor adviseurs die niet tevens optreden als aanbieder, beleggingsonderneming, gevolmachtigde agent, ondergevolmachtigde agent of bemiddelaar. Deze formulering brengt hetzelfde tot uitdrukking als de definitie van adviseur in artikel 1, eerste lid, onderdeel c, van de Wfd, met dien verstande dat gelet op de opname van de Wte 1995 in dit voorstel de beleggingsonderneming aan deze opsomming is toegevoegd.

De formulering en vormgeving van het eerste, tweede en derde lid wijken af van artikel 34 van de Wfd. Dit betreft slechts een verduidelijking, een inhoudelijke wijziging is niet beoogd. Daarnaast is gelet op artikel 6 van de Wfd de reikwijdte bij het adviseren in verzekeringen uitgebreid tot adviseren aan cliënten.

(On)gebonden adviseur
Transparantie over de verhouding tussen de adviseur en de aanbieder(s) van een financieel product biedt de cliënt een ondersteuning om het advies op waarde te schatten. De adviseur dient op grond van onderdeel a inzicht te geven in de door hem te verlenen financiële dienst alsmede in zijn positionering en eventuele gebondenheid aan bepaalde aanbieders. Ten eerste bestaat de mogelijkheid dat de adviseur op geen enkele wijze contractueel gebonden is aan bepaalde aanbieders en adviseert op basis van een objectieve analyse als bedoeld in het tweede lid. Ten tweede kan een adviseur contractueel gebonden zijn uitsluitend te adviseren voor een of meer aanbieders. De adviseur moet dat melden aan de cliënt en desgevraagd tevens de namen van de aanbieders mededelen.
Ten slotte is het mogelijk dat een adviseur bij zijn activiteiten niet contractueel gebonden is doch ervoor kiest om niet te adviseren op basis van een objectieve analyse in het tweede lid. Ook dat dient aan de cliënt te worden verteld, waarbij de adviseur desgevraagd de namen verstrekt van de aanbieders waarvoor hij kan adviseren.
De cliënt dient op grond van onderdeel b in ieder geval geïnformeerd te worden over de wijze waarop de adviseur wordt beloond door de aanbieder(s).

Eigendomsverhouding
Daarnaast moet de adviseur op grond van de onderdelen c en d kenbaar maken of er sprake is van een bepaalde eigendomsverhouding met de aanbieder of de moedermaatschappij van de aanbieder. Het gaat hier om een eventuele gekwalificeerde deelneming van tien procent of meer van de stemrechten of van het kapitaal in elkaars onderneming, zoals gedefinieerd in artikel 1:1 en slotte moet de adviseur op grond van onderdeel e de consument of cliënt informeren over bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen andere onderwerpen.

Objectieve analyse
In het tweede lid wordt aangeven wat een objectieve analyse inhoudt. Een adviseur die geen contractuele verplichting heeft om uitsluitend voor een of meer aanbieders te adviseren en die de consument of cliënt meedeelt dat hij op basis van een objectieve analyse adviseert, dient aan de vereisten van het tweede lid te voldoen. Voor de goede orde wordt opgemerkt dat een adviseur niet gehouden is om een objectieve analyse uit te voeren. De adviseur kan ervoor kiezen om een dergelijke analyse niet uit te voeren, doch dient de consument of cliënt daarover in overeenstemming met het eerste lid, onderdeel a, onder 3°, in te lichten.

In het derde lid is de mogelijkheid opgenomen om bij algemene maatregel van bestuur nadere regels te stellen met betrekking tot de in het eerste lid bedoelde informatie en de objectieve analyse. Daarnaast biedt dit lid een grondslag om bij algemene maatregel van bestuur regels te stellen met betrekking tot de beloning of vergoeding die de adviseur ontvangt.

Feitelijk juist
Het vierde lid bepaalt dat de informatie die ingevolge dit artikel wordt verstrekt feitelijk juist, begrijpelijk en niet misleidend moet zijn. Zie ook de toelichting op artikel 4:19, tweede lid.

In het vijfde lid worden adviseurs die adviseren over de verzekering van grote risico’s (conform artikel 8 van de Wfd) uitgezonderd. Voor adviseurs in de verzekering van grote risico’s geldt dat hun cliënten afkomstig zijn uit de zakelijke markt en de bescherming van dit artikel niet nodig hebben.
Nadere toelichting
In artikel 4:72, eerste lid, aanhef, komt de formulering «optreden als aanbieder, beleggingsonderneming, bemiddelaar» te vervallen en wordt beter aangesloten bij de in artikel 1:1 gehanteerde terminologie van aanbieden, bemiddelen en verlenen van beleggingsdiensten. Dit betreft geen inhoudelijke wijziging. Daarnaast wordt het moment waarop de informatieverstrekking dient plaats te vinden gespecificeerd. Gekozen is de informatieverstrekking uiterlijk tegelijkertijd met het advies te laten plaatsvinden.

« terug