De transparantieverplichtingen in deze bepaling zijn gebaseerd op
artikel 34 van de Wfd. Anders dan in artikel 34 van de Wfd is evenwel in
de tekst van deze bepaling tot uitdrukking gebracht dat de transparantieverplichting
alleen geldt voor adviseurs die niet tevens optreden als
aanbieder, beleggingsonderneming, gevolmachtigde agent, ondergevolmachtigde
agent of bemiddelaar. Deze formulering brengt hetzelfde
tot uitdrukking als de definitie van adviseur in artikel 1, eerste lid,
onderdeel c, van de Wfd, met dien verstande dat gelet op de opname van
de Wte 1995 in dit voorstel de beleggingsonderneming aan deze
opsomming is toegevoegd.
De formulering en vormgeving van het eerste, tweede en derde lid
wijken af van artikel 34 van de Wfd. Dit betreft slechts een verduidelijking,
een inhoudelijke wijziging is niet beoogd. Daarnaast is gelet op artikel 6
van de Wfd de reikwijdte bij het adviseren in verzekeringen uitgebreid tot
adviseren aan cliënten.
(On)gebonden adviseur
Transparantie over de verhouding tussen de adviseur en de aanbieder(s) van een financieel product biedt de cliënt een ondersteuning om
het advies op waarde te schatten. De adviseur dient op grond van
onderdeel a inzicht te geven in de door hem te verlenen financiële dienst
alsmede in zijn positionering en eventuele gebondenheid aan bepaalde
aanbieders. Ten eerste bestaat de mogelijkheid dat de adviseur op geen
enkele wijze contractueel gebonden is aan bepaalde aanbieders en
adviseert op basis van een objectieve analyse als bedoeld in het tweede
lid. Ten tweede kan een adviseur contractueel gebonden zijn uitsluitend te
adviseren voor een of meer aanbieders. De adviseur moet dat melden aan
de cliënt en desgevraagd tevens de namen van de aanbieders mededelen.
Ten slotte is het mogelijk dat een adviseur bij zijn activiteiten niet
contractueel gebonden is doch ervoor kiest om niet te adviseren op basis
van een objectieve analyse in het tweede lid. Ook dat dient aan de cliënt te
worden verteld, waarbij de adviseur desgevraagd de namen verstrekt van
de aanbieders waarvoor hij kan adviseren.
De cliënt dient op grond van onderdeel b in ieder geval geïnformeerd te
worden over de wijze waarop de adviseur wordt beloond door de
aanbieder(s).
Eigendomsverhouding
Daarnaast moet de adviseur op grond van de onderdelen c en d kenbaar
maken of er sprake is van een bepaalde eigendomsverhouding met de
aanbieder of de moedermaatschappij van de aanbieder. Het gaat hier om
een eventuele gekwalificeerde deelneming van tien procent of meer van
de stemrechten of van het kapitaal in elkaars onderneming, zoals
gedefinieerd in artikel 1:1 en slotte moet de adviseur op grond van
onderdeel e de consument of cliënt informeren over bij algemene
maatregel van bestuur aan te wijzen andere onderwerpen.
Objectieve analyse
In het tweede lid wordt aangeven wat een objectieve analyse inhoudt.
Een adviseur die geen contractuele verplichting heeft om uitsluitend voor
een of meer aanbieders te adviseren en die de consument of cliënt
meedeelt dat hij op basis van een objectieve analyse adviseert, dient aan
de vereisten van het tweede lid te voldoen. Voor de goede orde wordt
opgemerkt dat een adviseur niet gehouden is om een objectieve analyse
uit te voeren. De adviseur kan ervoor kiezen om een dergelijke analyse
niet uit te voeren, doch dient de consument of cliënt daarover in overeenstemming
met het eerste lid, onderdeel a, onder 3°, in te lichten.
In het derde lid is de mogelijkheid opgenomen om bij algemene
maatregel van bestuur nadere regels te stellen met betrekking tot de in
het eerste lid bedoelde informatie en de objectieve analyse. Daarnaast
biedt dit lid een grondslag om bij algemene maatregel van bestuur regels
te stellen met betrekking tot de beloning of vergoeding die de adviseur
ontvangt.
Feitelijk juist
Het vierde lid bepaalt dat de informatie die ingevolge dit artikel wordt
verstrekt feitelijk juist, begrijpelijk en niet misleidend moet zijn. Zie ook de
toelichting op artikel 4:19, tweede lid.
In het vijfde lid worden adviseurs die adviseren over de verzekering van
grote risico’s (conform artikel 8 van de Wfd) uitgezonderd. Voor adviseurs
in de verzekering van grote risico’s geldt dat hun cliënten afkomstig zijn
uit de zakelijke markt en de bescherming van dit artikel niet nodig hebben.
Nadere toelichting
In artikel 4:72, eerste lid, aanhef, komt de formulering «optreden als
aanbieder, beleggingsonderneming, bemiddelaar» te vervallen en wordt
beter aangesloten bij de in artikel 1:1 gehanteerde terminologie van
aanbieden, bemiddelen en verlenen van beleggingsdiensten. Dit betreft
geen inhoudelijke wijziging. Daarnaast wordt het moment waarop de
informatieverstrekking dient plaats te vinden gespecificeerd. Gekozen is
de informatieverstrekking uiterlijk tegelijkertijd met het advies te laten
plaatsvinden.
|