Artikel 4:34 Wft
1 Voorafgaand aan de totstandkoming van een overeenkomst inzake krediet wint een aanbieder van krediet in het belang van de consument informatie in over diens financiële positie en beoordeelt hij, ter voorkoming van overkreditering van de consument, of het aangaan van de overeenkomst verantwoord is.

2.De aanbieder gaat geen overeenkomst inzake krediet aan met een consument indien dit, met het oog op overkreditering van de consument, onverantwoord is.

3.Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot het eerste en tweede lid.

Memorie van Toelichting
Naast de verplichting tot het verstrekken van informatie zoals vastgelegd in artikel 4:20 heeft de aanbieder waar het krediet betreft ook een verplichting tot het inwinnen van informatie en het aan de hand van die informatie beoordelen of de kredietverlening verantwoord is voor de consument in verband met het risico van overkreditering.Deze verplichting wordt overgenomen uit artikel 51 van de Wfd en zal in lagere regelgeving worden uitgewerkt.In bepaalde gevallen zal de verplichting er toe leiden dat voorafgaande aan het sluiten van een overeenkomst inzake krediet de databank van een stelsel van kredietregistratie moet worden geraadpleegd.In de toelichting op artikel 51 van de Wfd is aangegeven dat de aanbieder van krediet om tot een goede beoordeling van de financiële positie van de consument te komen, inzicht moet hebben in zowel de inkomsten, bijvoorbeeld de bron en hoogte van de inkomsten van de consument of relevante derden, als bepaalde vaste uitgaven van de consument, zoals de huur dan wel de hypotheeklasten, alimentatie en ziektekostenverzekering. Een zwakke of onzekere positie, bijvoorbeeld van jongeren met een laag inkomen, zal er eerder toe leiden dat het aangaan van een overeenkomst inzake krediet onverantwoord is in het kader van het voorkomen van overkreditering van de betrokken consument.

In het tweede lid van artikel 4:34 is uitdrukkelijk vastgelegd dat er geen krediet mag worden verleend indien dit met het oog op voorkoming van overkreditering van de consument onverantwoord is.De aanbieder van krediet baseert zich daarbij op de informatie die verzameld is op grond van het bij en krachtens het eerste lid bepaalde.

De regels die bij of krachtens de algemene maatregel van bestuur kunnen worden gesteld kunnen onder andere betrekking hebben op de informatie die op grond van het eerste lid moet worden ingewonnen en op de beantwoording van de vraag wanneer sprake is van overkreditering.

« terug
Wft: