|
|
|
a. alle werkzaamheden in de uitoefening van een beroep of bedrijf gericht op het als tussenpersoon tot stand brengen van een overeenkomst inzake een ander financieel product dan een financieel instrument, krediet, premiepensioenvordering of verzekering tussen een consument en een aanbieder;
b. alle werkzaamheden in de uitoefening van een beroep of bedrijf gericht op het als tussenpersoon tot stand brengen van een overeenkomst inzake krediet tussen een consument en een aanbieder of op het assisteren bij het beheer en de uitvoering van een dergelijke overeenkomst;
c. alle werkzaamheden in de uitoefening van een beroep of bedrijf gericht op het als tussenpersoon tot stand brengen van een overeenkomst waarbij een premiepensioenvordering ontstaat tussen een cliėnt en een premiepensioeninstelling of op het assisteren bij het beheer en de uitvoering van een dergelijke overeenkomst; of
d. alle werkzaamheden in de uitoefening van een beroep of bedrijf gericht op het als tussenpersoon tot stand brengen van een verzekering tussen een cliėnt en een verzekeraar of op het assisteren bij het beheer en de uitvoering van een verzekering.
|
|
|
Het begrip «bemiddelen» kan worden onderscheiden in het bemiddelen
in kredieten, verzekeringen en financiėle producten met uitzondering van
financiėle instrumenten. Dit begrip omvat het bemiddelen, bedoeld in
artikelen 1, onderdeel e, van de Wfd. In verband met een verschil in
reikwijdte tussen de genoemde vormen van bemiddelen en de uitbreiding
met het assisteren bij het beheer en de uitvoering van overeenkomsten
inzake een krediet of verzekering is voorzien in verschillende deeldefinities.
De kern van deze deeldefinities wordt gevormd door «het als
tussenpersoon tot stand brengen van overeenkomsten tussen een
consument (of cliėnt) en een aanbieder». Met het begrip «tussenpersoon»
wordt tot uitdrukking gebracht dat de bemiddelaar zelf geen partij wordt
bij de overeenkomst inzake het betreffende financiėle product, in
tegenstelling tot de aanbieder.
Het element «in de uitoefening van een beroep of bedrijf» wordt
overgenomen uit artikel 2, eerste lid, van de Wfd. Voor een toelichting op
dit element wordt verwezen naar de toelichting op onderdeel a van het
begrip «aanbieden» in dit artikel.
De specifieke deeldefinities worden bij de onderdelen a, b en c
toegelicht.
a: bemiddelen in een ander financieel product dan een financieel
instrument, krediet of verzekering
Dit onderdeel omvat het bemiddelen in andere financiėle producten dan
een financieel instrument, krediet of verzekering. Het bemiddelen in
kredieten of verzekeringen wordt gedefinieerd in de onderdelen b en c.
Financiėle instrumenten vallen in het geheel niet onder het begrip
bemiddelen. De werkzaamheden van de effectenbemiddelaar uit de Wte
1995 zijn vervat in het begrip «verlenen van een beleggingsdienst» in dit
artikel.
b: bemiddelen in krediet
Bij artikel 1, onderdeel e, van de Wfd is toegelicht dat het element «het
assisteren bij het beheer en de uitvoering van een overeenkomst» in de
definitie van bemiddelen in krediet is opgenomen zodat de bij de
securitisatie van kredietovereenkomsten de betrokken «servicer», die
assisteert bij het beheer en de uitvoering van kredietovereenkomsten, als
bemiddelaar onder de vergunningplicht en het toezicht komt te vallen.
Voorzover dit tot gevolg heeft dat degenen aan wie een financiėle
onderneming incassowerkzaamheden met betrekking tot achterstallige
betalingen uit kredietovereenkomsten (zoals gerechtsdeurwaarders)
uitbesteedt, zullen deze personen van dit voorstel worden vrijgesteld.
c: bemiddelen in een verzekering
Bemiddelen in een verzekering omvat het tot stand brengen van
overeenkomst tussen een verzekeraar (aanbieder) en een (natuurlijke of
rechts)persoon die handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf.
Deze reikwijdte van het begrip bemiddelen is gebaseerd op artikel 6 van
de Wfd. Verwezen wordt naar de toelichting op onderdeel a van het begrip
«aanbieden» in dit artikel.
Het element «het assisteren bij het beheer en de uitvoering van een
overeenkomst inzake een verzekering» is ontleend aan artikel 2, derde lid,
van de richtlijn verzekeringsbemiddeling. In de toelichting op artikel 1,
onderdeel e, van de Wfd is aangegeven dat bij assisteren bij het beheer
onder meer kan worden gedacht aan het innen van premies ten behoeve
van een verzekeraar of het bijstaan van een cliėnt wanneer deze jegens de
verzekeraar een beroep doet op de overeenkomst (bijvoorbeeld als de
cliėnt een schade claimt).
|
|
|