Bij een premieovereenkomst wordt primair
een afspraak gemaakt over de hoogte van de periodiek ten behoeve
van pensioen beschikbaar te stellen premie. Bij dit type overeenkomst
kunnen zowel het langlevenrisico als het beleggingsrisico gedurende
de opbouwfase bij de werknemer liggen, maar deze risico’s kunnen
ook meteen na toekenning van de premie verzekerd worden. Er zijn
daarom drie soorten premieregelingen.
a) De zuivere premieregeling. Hierbij wordt de «beschikbaar gestelde»
premie belegd tot aan pensioendatum waardoor onzeker is tot welk
kapitaal deze premies aangroeien. Het beleggingsrisico is tot aan
pensioendatum voor rekening van de werknemer. Daarnaast kan de
gemiddelde levensverwachting tijdens de opbouwfase wijzigen: ook
dat risico is voor rekening van de werknemer.
b) De premieregeling waarbij de premie onmiddellijk omgezet wordt in
een aanspraak op kapitaal. Met de «beschikbaar gestelde» premie
wordt meteen na het beschikbaar stellen een kapitaalverzekering ingekocht.
Het op pensioendatum beschikbare verzekerde kapitaal wordt
op dat moment tegen de dan geldende tarieven omgezet in een
aanspraak op een uitkering van een kapitaal. Hierbij is het beleggingsrisico
overgenomen door de pensioenuitvoerder, maar is het langlevenrisico
voor rekening van de werknemer.
c) De premieovereenkomst waarbij de premie meteen na het beschikbaar
stellen omgezet wordt in een aanspraak op een uitkering. De premie
wordt meteen gebruikt om een verzekering voor een periodieke uitkering
in te kopen. In dat geval worden zowel het langlevenrisico als het
beleggingsrisico door de pensioenuitvoerder overgenomen. Wat het
totale uitkeringsniveau bij pensioendatum zal zijn is bij het moment
van toekennen echter voor de deelnemer onzeker omdat nog niet
bekend is tot welke totaaluitkering de ingekochte aanspraken leiden.
Overeenkomst tussen deze drie soorten premieregelingen is dat bij alle
drie het beschikbaar stellen van een premie ten behoeve van een
pensioen centraal staat in de overeenkomst en niet de uitkering of een
kapitaal zelf.
N.B.: Onderstaande cursieve passage is achterhaald door invoeging van artikel 17a die ook evenredige doorberekening van kosten bij premieovereenkomsten voorschrijft.
De bepaling over evenredige opbouw in de tijd geldt alleen voor uitkeringsovereenkomsten
en kapitaalovereenkomsten. Bij premieovereenkomsten
is immers geen sprake van een bepaald beoogd pensioen wat
gedurende een periode opgebouwd wordt. Er kan dan ook geen sprake
zijn van een eis tot in de tijd evenredige opbouw: er is immers geen
sprake van de koppeling aan een bepaald beoogd eindresultaat. Bij
premieovereenkomsten is het daarom mogelijk dat werkgever en werknemer
de inleg over de tijd laten variëren. Hierover zullen werkgever en
werknemer duidelijke afspraken moeten maken in de pensioenovereenkomst.
In de startbrief, die de werknemer van de pensioenuitvoerder ontvangt,
wordt het verloop van de beschikbaarstelling van premies bij premieovereenkomsten
aangegeven, evenals de verdeling van de premie voor
verschillende onderdelen van een regeling en voor de kosten.
|