In de praktijk blijkt waardeoverdracht op vrijwillige basis van pensioenaanspraken
uit dienstverbanden die zijn geëindigd vóór 8 juli 1994 niet
altijd gemakkelijk te verlopen. Deze «oude» pensioenaanspraken hoeven,
voorzover ze vallen onder het overgangsrecht van de wetswijziging van
de PSW uit 2000 (Stb. 1999, 592) onder andere over het verbod op 65-x
financiering, niet volledig te zijn afgefinancierd. Dit overgangsrecht loopt
nog tot 2010. Als de waarde van een dergelijke aanspraak wordt overgedragen,
ontstaat er een lagere aanspraak bij de nieuwe pensioenuitvoerder.
Sommige pensioenuitvoerders zijn bevreesd dat de deelnemer
die waarde vanuit die pensioenuitvoerder heeft overgedragen naar een
andere pensioenuitvoerder of de deelnemer die waarde naar hen toe
overdraagt, later op grond van de wet alsnog bij hen een claim indient om
aanspraken af te financieren. Om deze vrees van de pensioenuitvoerders
weg te nemen wordt in deze wet geregeld dat de werknemer in
geval van niet-volledig afgefinancierde aanspraken expliciet in moet
stemmen met het overdragen van de feitelijk aanwezige waarde en de
daarbij bij de nieuwe pensioenuitvoerder behorende lagere aanspraak. De
oude en de nieuwe pensioenuitvoerder worden daardoor gevrijwaard van
claims. Hiermee wordt tegemoetgekomen aan het advies van de Stichting
van de Arbeid over de algemene maatregel van bestuur rekenregels over
waardeoverdracht van de PSW uit 2003 (STAR 03/03, Rapport Evaluatie
waardeoverdracht pensioenen).
|