|
|
|
Wie informeert begunstigden
De wet bepaalt dat de plicht tot melding aan de betrokkenen van
een (ernstige) betalingsachterstand op de pensioenuitvoerder rust, en
niet, zoals in de PSW, op de werkgever. De pensioenuitvoerder is
geschikter om de betrokkenen te informeren omdat de pensioenuitvoerder,
in tegenstelling tot de werkgever, terzake onafhankelijk is.
Daarnaast heeft de pensioenuitvoerder de adressen van alle betrokkenen,
ook van degenen die niet meer in dienst zijn van de werkgever. Het in de
praktijk gesignaleerde probleem, dat de werkgever nalaat de deelnemers
te informeren als hij de premie niet of niet volledig betaalt, kan daarmee
niet meer voorkomen. Zo staat in de jaarverslagen over 2002 en 2004 van
de Ombudsman Verzekeringen bijvoorbeeld dat de melding door de werkgever
in de praktijk achterwege blijft en dat dit er – in combinatie met het
feit dat verzekeraars geen meldingsplicht richting de deelnemers hebben –
toe kan leiden dat werknemers er pas na lange tijd achter komen dat de
opbouw van hun pensioen is gestaakt.
Wanneer worden begunstigden geïnformeerd
De regering acht het niet zinvol dat de (gewezen) deelnemers en
pensioengerechtigden onmiddellijk geïnformeerd worden als de werkgever
de premie niet betaald heeft. Dat zou onnodig onrust veroorzaken,
omdat nog niet vaststaat dat het niet-betalen van de premie ook gevolgen
heeft voor hun pensioenaanspraken enrechten. De werkgever kan immers
op een later moment alsnog de premie betalen. Bovendien kan – in geval
van een pensioenfonds – het niet-betalen van de premie pas gevolgen
voor de (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden hebben als de
financiële positie van het pensioenfonds aanpassing van de aanspraken
en rechten van de deelnemers en pensioengerechtigden noodzakelijk
maakt.
In de wet is er daarom voor gekozen om pensioenuitvoerders te
verplichten om (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden in principe
alleen dan te informeren over betalingsachterstanden van werkgevers
indien die daadwerkelijk gevolgen hebben voor pensioenaanspraken
en -uitkeringen. Om dit te realiseren is de informatieplicht in geval van
verzekeraars gekoppeld aan het premievrij maken c.q. laten vervallen van
de pensioenaanspraken. Bij pensioenfondsen is de informatieplicht
gekoppeld aan het besluit van het fonds om over te gaan tot korting van
de verworven aanspraken en rechten. Echter, ook al is er nog geen sprake
van een besluit tot korting van aanspraken en rechten, vanaf het moment
dat er sprake is van een substantiële premieachterstand (5% van de jaarpremie)
én van onvoldoende minimaal vereist eigen vermogen, is het
pensioenfonds altijd wel verplicht de deelnemersraad elk kwartaal te
informeren, en bij gebreke daarvan de (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden.
In geval van ondernemingspensioenfondsen moet in een
dergelijke situatie naast de deelnemersraad ook de ondernemingsraad elk
kwartaal op de hoogte gebracht worden.
Informeren van toezichthouder over betalingsachterstand alleen nodig in
geval van onderdekking
De regering is van mening dat er voor de toezichthouder geen rol is
weggelegd ten aanzien van de werkgever die de premie niet betaalt, tenzij
de financiële positie van het pensioenfonds daardoor in gevaar komt. Het
is de verantwoordelijkheid van de werkgever om de bepalingen van dit
wetsvoorstel en de afspraken in de uitvoeringsovereenkomst over het
betalen van de premie na te komen. Als de werkgever de premie niet
betaalt is het de eigen verantwoordelijkheid van het pensioenfonds om
ervoor te zorgen dat de andere contractspartij bij de uitvoeringsovereenkomst
– de werkgever – zich aan de overeenkomst houdt. Desnoods
via een gang naar de rechter. Echter, in geval van onvoldoende minimaal
vereist eigen vermogen moet de toezichthouder wel onmiddellijk worden
geïnformeerd. Dan zal duidelijk worden wat daarvan de oorzaak is en of
dat mede komt doordat één of meer (grote) werkgevers de premie niet
hebben betaald. Op dat moment is het aan de toezichthouder om te
besluiten om ofwel zelf actie te ondernemen richting de niet-betalende
werkgever(s) of het pensioenfonds te verplichten de werkgevers aan te
spreken op hun betalingsachterstand. Met deze regeling wordt afgeweken
van de regeling in artikel 3a, vierde lid van de PSW, op grond waarvan het
pensioenfonds wel elke overschrijding van de betalingstermijn aan de
toezichthouder moet melden.
Voor verzekeraars geldt op grond van deze wet – evenals in de
huidige situatie – dat zij een betalingsachterstand van de werkgever niet
hoeven te melden bij de toezichthouder.
In geval van onderbrenging van de pensioenovereenkomst bij een verzekeraar
gaat de verzekeraar verplichtingen aan waarvan het niveau van
tevoren is vastgesteld. Ook de contractsduur alsmede de premie die de
werkgever de verzekeraar betaalt worden vooraf afgesproken. Er is
derhalve een directe relatie tussen de premie en (de opbouw van)
pensioen. Indien de werkgever de premie niet betaalt wordt die relatie
doorbroken. Stopzetting van de betaling van de premie door de werkgever
zal tot gevolg hebben dat de verzekeraar de pensioenverzekeringen
van de deelnemers premievrij maakt of deze – indien de verzekering geen
premievrije waarde heeft, zoals bij verzekeringen op risicobasis het geval
is – laat vervallen. Aanspraken (op toekomstig pensioen) en rechten (reeds
ingegane pensioenuitkeringen) die zijn opgebouwd voordat de werkgever
de premiebetaling staakte blijven in stand. Het komt voor dat de (toekomstige)
toeslagverlening gefinancierd wordt uit (nog) door de werkgever te
storten koopsommen. Als de werkgever stopt met betalen van die koopsommen
komt aan de toeslagverlening van de pensioenen van pensioengerechtigden
en de pensioenaanspraken van slapers een eind.
Nieuw is dat de verzekeraar [evenmin als pensioenfondsen] ook niet mag overgaan
tot verrekening van de onbetaalde premies, rente en overige kosten
met de pensioenuitkeringen. De regering vindt dat niet passen bij het
karakter van pensioenverzekeringen. De regering is tevens van mening
dat het een goede zaak is om voor verzekeraars een extra stimulans te
creëren om achterstallige premie alsnog op de werkgever te verhalen. Om
die reden is bepaald dat de verzekeraar zich aantoonbaar
moet inspannen om achterstallige premie alsnog binnen te krijgen
alvorens de verzekeraar betrokkenen mag gaan mededelen dat hun
pensioenopbouw wordt gestaakt, c.q. risicoverzekeringen worden beëindigd.
|
|