|
|
|
De werkingssfeer van pensioenuitvoerders geeft aan voor welke werkgevers
een pensioenuitvoerder pensioenovereenkomsten mag uitvoeren. De
werkingssfeer van verzekeraars is niet begrensd. Het antwoord op de
vraag of een pensioenfonds een ondernemingspensioenfonds of een
bedrijfstakpensioenfonds is, wordt bepaald door de werkingssfeer van het
pensioenfonds:
• Een bedrijfstakpensioenfonds voert de pensioenregelingen uit voor
één of meerdere bedrijfstakken. Ook kan de werkingssfeer van een
bedrijfstakpensioenfonds zich beperken tot een deel van de bedrijfstak.
• Een ondernemingspensioenfonds voert de pensioenregelingen uit
voor één onderneming of één groep van ondernemingen. Ook kan de
werkingssfeer van een ondernemingspensioenfonds zich beperken tot
een deel van een onderneming. Zonder onderlinge band tussen ondernemingen
kan een ondernemingspensioenfonds niet werkzaam zijn
ten behoeve van meer dan één onderneming.
De werkingssfeer van een pensioenfonds wordt beschreven door sociale
partners. In de praktijk blijkt nu dat er pensioenfondsen zijn die zichzelf
aanmerken als ondernemingspensioenfonds, maar feitelijk een
bedrijfstakpensioenfonds zijn en dat er pensioenfondsen zijn die zichzelf
aanmerken als bedrijfstakpensioenfondsen, maar feitelijk ondernemingspensioenfondsen
zijn. Dit komt veelal voort uit wensen ten aanzien van de
bestuurssamenstelling van het pensioenfonds.
In de praktijk blijkt bovendien dat de werkingssfeer van een ondernemingspensioenfonds
of bedrijfstakpensioenfonds niet altijd duidelijk
omschreven is.
De regering is van mening dat er duidelijkheid moet zijn over het werkterrein
van ondernemingspensioenfondsen en bedrijfstakpensioenfondsen.
Om die duidelijkheid te realiseren, wordt in deze wet een aantal
bepalingen opgenomen:
- De werkingssfeer van een pensioenfonds moet omschreven worden in
de statuten van het pensioenfonds. De statuten zijn hiervoor de meest
voor de hand liggende plaats omdat in statuten de doelstelling van een
pensioenfonds moet worden vermeld (zie bijvoorbeeld artikel 2:286
BW voor wat betreft stichtingen). De werkingsfeer vormt onderdeel
van de doelstelling van het pensioenfonds.
- De werkingssfeer van een ondernemingspensioenfonds moet in de
statuten omschreven worden door het noemen van de onderneming of
de groep (ondernemingen) die aan het ondernemingspensioenfonds
verbonden zijn.
- De werkingssfeer van een bedrijfstakpensioenfonds moet in de
statuten omschreven worden op basis van de bedrijfsactiviteiten van
de bedrijfstak die onder het bedrijfstakpensioenfonds vallen. De formulering
die op dit moment door een aantal bedrijfstakpensioenfondsen
wordt gehanteerd, namelijk «bedrijven of instellingen die in het leven
zijn geroepen door en/of in aanmerkelijke mate werken ten behoeve
van de bedrijfstak», voldoet niet aan dit voorschrift. Deze formulering
is te weinig concreet waardoor niet duidelijk is welke bedrijven of
instellingen eronder vallen. Alleen een opsomming van de namen van
bedrijven die behoren tot de beoogde bedrijfstak voldoet echter ook
niet als omschrijving van de werkingssfeer van een bedrijfstakpensioenfonds.
Wel kan ter verduidelijking van de afbakening ten
opzichte van andere bedrijfstakpensioenfondsen, bedrijfstakken of ook
ondernemingspensioenfondsen – in aanvulling op de omschrijving van
de bedrijfsactiviteiten – de naam van een bedrijf opgenomen worden
om te bepalen of een bedrijf in verband met zijn variëteit aan bedrijfsactiviteiten
onder de werkingssfeer van het bedrijfstakpensioenfonds
valt.
|
|
|
| |
- Art. 2:286 BW:
"3. De akte bevat de statuten van de stichting.
4. De statuten moeten inhouden:
a. de naam der stichting, met het woord stichting als deel van de naam;
b. het doel der stichting;
c. de wijze van benoeming en ontslag der bestuurders;
d. de gemeente in Nederland waar zij haar zetel heeft;
e. de bestemming van het overschot na vereffening van de stichting in geval van ontbinding, of de wijze waarop de bestemming zal worden vastgesteld.
|
|