Nota van Toelichting Art. 9 Besluit uitvoering Pensioenwet
Verstrekken van informatie op verzoek
Zie voor het tweede tot en met vijfde lid het algemeen deel van de toelichting.

Het zesde lid en het zevende lid, onderdeel a, het kortertermijnherstelplan en de verklaring inzake beleggingsbeginselen, vloeien voort uit de implementatie van richtlijn 2003/41/EG. Informatieverstrekking over het actueel zijn van een kortetermijnherstelplan, het aangesteld zijn van een bewindvoerder en het aantal aanwijzingen dat een fonds heeft ontvangen van de toezichthouder, is voor de (gewezen) deelnemer van belang. Het kan immers van invloed zijn op toekomstige toeslagverlening of de zekerstelling van de aanspraken.

Algemeen deel van de toelichting
Naast genoemde informatie wordt de werknemer er in de startbrief op gewezen dat hij als deelnemer, maar ook in de toekomst als eventuele gewezen deelnemer of als gepensioneerde, het recht heeft het pensioenreglement op te vragen. Tevens wordt hij gewezen op het recht te vragen of er al dan niet een herstelplan actueel is en het bij de uitvoerder opvragen van het jaarverslag en de jaarrekening. Ook is geregeld dat deelnemers het recht krijgen de uitvoeringsovereenkomst of het uitvoeringsreglement op te vragen. De uitvoeringsovereenkomst of het uitvoeringsreglement biedt de deelnemer informatie over de afspraken die een werkgever met de uitvoerder heeft gemaakt over de uitvoering van de pensioenovereenkomst.

Daarnaast krijgt de deelnemer, indien deze het beleggingsrisico draagt, het recht bij de uitvoerder informatie op te vragen over de beleggingsmogelijkheden, de feitelijke beleggingsportefeuille, de risicopositie en de kosten in verband met beleggingen. Deze verplichting vloeit voort uit de richtlijn 2003/41/EG. Het gaat hier om zuivere premieovereenkomsten met beleggingsvrijheid voor de deelnemer. Of de deelnemer beleggingsvrijheid heeft bij een zuivere premieovereenkomst en in welke mate is afhankelijk van de pensioenovereenkomst.

Deelnemers aan premieovereenkomsten krijgen het recht een verzoek in te dienen voor een indicatie van het mogelijk te bereiken kapitaal (bij een zuivere premieovereenkomst) en de hiermee mogelijk in te kopen periodieke pensioenuitkering. Deelnemers aan een kapitaalovereenkomst hebben alleen het recht een verzoek in te dienen voor een indicatie van de mogelijk te bereiken pensioenuitkering: men krijgt immers al een opgave van het mogelijk te bereiken kapitaal op de pensioendatum. Voor zover bij zuivere premieovereenkomsten een indicatie van het mogelijk te bereiken kapitaal wordt gegeven, wordt door de AFM regels gesteld over de wijze van berekenen. Deze sluiten aan bij de regels die gelden bij de financiële bijsluiter (zie ook de toelichting bij de vrijwillige regelingen). In dit besluit wordt nader bepaald welke veronderstellingen uitvoerders bij het geven van een indicatie van de periodieke uitkering dienen te hanteren. Uitgangspunt daarbij is dat de berekening plaatsvindt op basis van dezelfde tarieven die de uitvoerder op het moment van het verzoek hanteert voor deelnemers die met pensioen gaan en waarvoor van het kapitaal een periodieke uitkering wordt ingekocht. Aanvullend is geregeld dat de gepresenteerde periodieke uitkering gecorrigeerd wordt voor de prijsinflatie. Immers, een deelnemer wil de uitkering kunnen vergelijken met het inkomen dat hij nu heeft. Bij ministeriele regeling zal worden bepaald welke disconteringsvoet gebruikt moet worden.

Bij het geven van die indicatie dient de deelnemer er expliciet op te worden gewezen dat het om een indicatie gaat waar geen rechten aan kunnen worden ontleend. Immers, voorkomen moet worden dat de informatieverstrekking niet meer in lijn is met het karakter van de regeling. De uitvoerder zal de deelnemer bij het toezenden van een dergelijke indicatie moeten wijzen op de onzekerheden die gepaard gaan met een dergelijke indicatie. Dat betreft bijvoorbeeld de onzekerheid of de sterftecijfers die later op de pensioendatum gebruikt worden bij het omzetten van het kapitaal in een periodieke uitkering, afwijken van de bij de indicatie gebruikte sterftecijfers. Ook kan de rente die te zijner tijd wordt gehanteerd afwijken van de rente die is gebruikt voor de berekening van de indicatie of blijkt later bij de feitelijke inkoop dat de voorbije inflatie is afgeweken van de bij de berekeningen veronderstelde inflatie. Duidelijk moet zijn dat, indien als gevolg van dergelijke onzekerheden bij de indicatie de feitelijk ingekochte periodieke uitkering later blijkt af te wijken van de indicatie van de periodieke uitkering, het risico daarop bij de deelnemer ligt.

De deelnemer of gewezen deelnemer krijgt het recht informatie op te vragen over de consequenties van het uitruilen van het partnerpensioen in ouderdomspensioen of het geheel of gedeeltelijk uitruilen van ouderdomspensioen in partnerpensioen. Niet alleen ten aanzien van aanspraken die staan bij de uitvoerder van de pensioenregeling waaraan de werknemer op dat moment deelneemt, maar ook ten aanzien van behouden aanspraken bij een oude uitvoerder moet een werknemer of ex-werknemer kunnen navragen wat een uitruil voor gevolgen heeft voor de aanspraken.

« terug