Art. 138 Pensioenwet
Langetermijnherstelplan
   1.Wanneer een pensioenfonds voorziet of redelijkerwijs kan voorzien dat het niet meer voldoet of zal voldoen aan de bij of krachtens artikel 132 gestelde vereisten ten aanzien van het eigen vermogen, meldt het pensioenfonds dit onverwijld aan de toezichthouder.

   2.In de in het eerste lid bedoelde situatie dient het pensioenfonds binnen drie maanden of zoveel eerder als de toezichthouder bepaalt ter instemming bij de toezichthouder een concreet en haalbaar langetermijnherstelplan in. In dit langetermijnherstelplan werkt het pensioenfonds uit hoe het uiterlijk binnen 15 jaar zal voldoen aan artikel 132.

   3.Het pensioenfonds handelt onverwijld overeenkomstig het langetermijnherstelplan.

   4.Het pensioenfonds rapporteert gedurende de uitvoering van het langetermijnherstelplan de toezichthouder jaarlijks of het herstel verloopt overeenkomstig de doelstellingen van het langetermijnherstelplan; waarbij wordt aangegeven:
      a. welke activiteiten het pensioenfonds in het afgelopen jaar heeft uitgevoerd;
      b. welke resultaten deze activiteiten tot dan toe hebben gehad; en
      c. hoe de actuele positie van het pensioenfonds is.

   5.De toezichthouder beoordeelt ten minste eenmaal per drie jaar of aanvullende maatregelen nodig zijn zodat het langetermijnherstelplan ook daadwerkelijk kan worden gerealiseerd.

   6.Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld omtrent de inhoud en opstelling van een langetermijnherstelplan.

« terug
Meer informatie:

Pensioenwet: