Pensioenovereenkomst

Toeslagen
Sinds de invoering van de Pensioenwet is het begrip 'indexering' vervangen door 'toeslag'.

Elke afspraak in de pensioenovereenkomst over een toeslag valt onder het begrip ‘pensioen’. Dat blijkt uit de definitie van het begrip toeslag in de Pensioenwet:

‘een verhoging van:
a. een pensioenrecht;
b. een pensioenaanspraak van een gewezen deelnemer, mits die verhoging bij een kapitaalovereenkomst niet voortvloeit uit rente- of winstdeling of bij een premieovereenkomst niet voorvloeit uit behaald beleggingsrendement;
c. een pensioenaanspraak van een deelnemer op grond van een uitkeringsovereenkomst gebaseerd op het middelloonstelsel of gebaseerd op een vastebedragenregeling, mits de verhoging geen verband houdt met een verhoging van de pensioengrondslag, de toename van het in aanmerking te nemen aantal jaren of een wijziging van de pensioenovereenkomst; of
d. een pensioenaanspraak van een gepensioneerde ten behoeve van zijn partner.

Voorwaardelijke toeslag
Met een al dan niet voorwaardelijk overeengekomen toeslag wordt voldaan aan de voorwaarde dat sprake is van een geldelijke, vastgestelde uitkering. Ook voor een voorwaardelijk overeengekomen toeslag geldt, dat op het moment van daadwerkelijke toekenning sprake is van een ‘geldelijke, vastgestelde uitkering’. Vanaf dat moment wordt de toeslag onderdeel van de pensioenaanspraak en krijgt het een onvoorwaardelijk karakter.
Bij voorwaardelijke toeslagverlening dient er een consistent geheel te zijn tussen de gewekte verwachtingen, de financiering en het realiseren van voorwaardelijke toeslagen.

Incidentele, vooraf niet overeengekomen verhogingen
Incidentele, vooraf niet overeengekomen verhogingen die de werkgever rechtstreeks aan de deelnemer uitkeert, worden niet als pensioen in de zin van de wet gezien. In dat geval is immers geen sprake van een tijdens de arbeidsrelatie overeengekomen afspraak.

Toeslagsuggestie = overeenkomst
‘Pensioenafspraken’ zijn in beginsel vormvrij. Zo kan een pensioen in eerste instantie mondeling worden overeengekomen en later schriftelijk worden vastgelegd. De mondelinge overeenkomst is echter wel rechtsgeldig. Datzelfde geldt voor het toezeggen van een toeslag. De wetgever geeft in dit verband een waarschuwend signaal af aan de werkgever in de memorie van toelichting: ‘Als de werkgever tijdens de arbeidsrelatie ook maar enigszins een suggestie heeft gedaan aan werknemers dat zij er op kunnen rekenen dat zij later als ze gepensioneerd zijn, verhogingen van de pensioenuitkeringen kunnen verwachten, wordt dat als een (mondelinge) pensioenovereenkomst beschouwd en is het een pensioenovereenkomst die hij extern moet onderbrengen.’

Ook eenmalige verhoging kan een toeslag zijn
De wet stelt niet de eis dat een toeslag structureel moet zijn; ook een eenmalige verhoging die aan de toeslagdefinitie voldoet, is een toeslag in de zin van de Pensioenwet. Ook maakt het niet uit of het hierbij gaat om een onvoorwaardelijke of voorwaardelijke verhoging.
De wet staat het verlenen van toeslagen niet alleen toe, maar wil dat zelf stimuleren, onder het motto dat ‘een pensioen waarbij op geen enkele wijze rekening is gehouden met geldontwaarding, na verloop van tijd niet veel meer voorstelt’.

Voorlichting
Hoewel werkgever en werknemer samen verantwoordelijk zijn voor de inhoud van pensioenovereenkomst wil de wetgever dat in een pensioenovereenkomst wordt aangegeven of toeslagverlening daarvan deel uitmaakt en in het bevestigend geval, wat het ambitieniveau is. Wordt afgesproken dat geen toeslagen worden verleend, dan zal dat in de overeenkomst moeten worden vastgelegd.
De wet legt een concrete verplichting op met betrekking tot de voorlichting over de precieze vorm van de toeslagregeling.

Pensioenwet:

Memorie van Toelichting over:

Zie ook: