Pensioenovereenkomst | Pensioenkarakter | Kapitaalovereenkomst

Pensioenknip
In artikel 2 PW zijn twee leden (9 en 10) toegevoegd in juni 2009. Deze maken het bij kapitaal- en premieovereenkomsten mogelijk om het op de pensioendatum beschikbaar komende kapitaal te splitsen in een deel dat wordt aangewend voor aankoop van een direct ingaande tijdelijke uitkering en een deel dat later wordt aangewend voor de aankoop van een, op de tijdelijke uitkering en een aansluitende, levenslange uitkering.

Deze regeling is uitsluitend van toepassing indien de pensioendatum is gelegen na 31 december 2008 en het op de pensioendatum beschikbaar komende kapitaal nog niet is aangewend voor aankoop van een levenslange uitkering. Minister Donner komt hiermee werknemers die nu pensioen moeten aankopen met kapitaal dat zij hebben opgebouwd in een pensioenbeleggingsverzekering tegemoet. Door de kredietcrisis is hun opgebouwde kapitaal geslonken en de rente is historisch laag. Daardoor pakt de levenslange pensioenuitkering die zij nu kunnen aankopen fors lager uit. Dankzij de knipmogelijkheid kunnen zij nu alleen voor de komende vijf jaar pensioen aankopen en pas later de rest. Door het gedeeltelijke uitstel van de pensioenaankoop, krijgt de werknemer de tijd de rest van zijn pensioen op een later moment aan te kopen.

Het is een tijdelijke maatregel. De Pensioenwet regelt nu namelijk dat mensen via het life-cycle beleggen hun pensioenkapitaal opbouwen. Dat betekent dat ze naarmate de pensioenleeftijd nadert, steeds minder risicovol gaan beleggen. Een situatie zoals die zich nu voordoet, is dan vrijwel niet meer mogelijk.

De maatregel geldt alleen voor werknemers die kapitaal opbouwen waarmee ze op hun pensioendatum een pensioen aankopen. Werknemers in een middelloon- of eindloonregeling krijgen een gegarandeerde uitkering die onafhankelijk is van de actuele aandelenkoers en rentestand.

« terug

Pensioenwet: