Internationaal

Werklandbeginsel
Het EVO - het Europese Verdrag over verbintenissen uit overeenkomst uit 1980 - gaat bij arbeidsvoorwaarden uit van het werklandbeginsel.

Artikel 6, tweede lid, EVO bepaalt dat het objectief toepasselijk recht de arbeidsovereenkomst beheerst.

Op grond van dit objectief toepasselijk recht geldt:
a.het recht van het land waar de werknemer gewoonlijk zijn arbeid verricht, zelfs wanneer hij tijdelijk in een ander land tewerk is gesteld of,
b.het recht van het land waar zich de vestiging bevindt die de werknemer in dienst heeft genomen, wanneer deze werknemer niet in eenzelfde land zijn arbeid verricht.

Onderdeel a gaat uit van het werklandbeginsel, tenzij er sprake is van tijdelijk werkzaam zijn in een ander land. Dan blijft het recht gelden van het land waar de werknemer gewoonlijk zijn arbeid verricht.

Onderdeel b heeft bijvoorbeeld betrekking op een werknemer die als handelsvertegenwoordiger in verschillende landen werkzaam is en niet een vaste werkplaats heeft. In dat geval geldt het recht van het land waar de werkgever gevestigd is.

In aanvulling hierop is in artikel 6, eerste lid, EVO bepaald, dat de rechtskeuze er niet toe kan leiden dat de werknemer de bescherming verliest die hij zou genieten op grond van dwingendrechtelijke bepalingen van het objectief toepasselijk recht (dus van dat recht dat geldt als er geen rechtskeuze wordt gemaakt). Ook bij rechtskeuze kan een werknemer dus de bescherming van de wetgeving van het land waar hij werkt niet verliezen.

Alle bepalingen van de Pensioenwet zijn dwingendrechtelijk. De positie van de in Nederland werkende werknemer is daarmee duidelijk: de beschermende werking van de Pensioenwet kan niet verloren gaan, ook niet als hij tijdelijk in het buitenland werkt. Onder tijdelijk wordt een termijn van maximaal 5 jaar verstaan.

EVO niet van toepassing op uitvoeringsovereenkomsten
Het EVO is niet van toepassing op verzekeringsovereenkomsten binnen de EU, waarin risico’s worden gedekt die op het grondgebied van de lidstaten van de EU zijn gelegen. Aangezien uitvoeringsovereenkomsten niets anders zijn dan verzekeringsovereenkomsten, is het EVO niet van toepassing.

Dit hiaat wordt opgevangen door twee EU-Richtlijnen: de Richtlijn Levensverzekering en de Richtlijn betreffende de werkzaamheden van en het toezicht op instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening over bedrijfspensioenvoorzieningen.

Aangezien het geheel van bepalingen in de Richtlijn Leven en het EVO niet op alle punten op elkaar zijn afgestemd, is in de Wet Conflictenrecht Levensverzekeringen (Stb. 1993, 16) de verhouding tussen de richtlijn en het EVO nader geregeld.

« terug

Memorie van Toelichting over: