Informatieregels | Startbrief

Informatie over de pensioenvormen in de startbrief
De startbrief dient informatie te bevatten over ‘de pensioenvormen, waarbij aangegeven wordt of nabestaandenpensioen, al dan niet samen met ouderdomspensioen, deel uitmaakt van de basispensioenregeling’.

Het Besluit uitvoering Pensioenwet legt hier de nadruk op de informatie omtrent het al dan niet aanwezig zijn van een nabestaandenpensioen: ‘De regering wil dat deelnemers zich goed realiseren welke pensioenvormen (ouderdomspensioen, nabestaandenpensioen en/of arbeidsongeschiktheidspensioen) ze verwerven. Een deelnemer die wel ouderdomspensioen, maar geen nabestaandenpensioen verwerft, zal expliciet geïnformeerd moeten worden over het feit dat hij géén nabestaandenpensioen opbouwt om elke eventuele onterechte veronderstelling hierover bij de deelnemer weg te halen.’

In de startbrief moet worden aangegeven wat de gevolgen zijn voor de hoogte van de pensioenaanspraken in geval van beëindiging van de deelneming. Dit is vooral van belang bij nabestaanden- en wezenpensioen, omdat bij risicodekking de aanspraken bij beëindiging vervallen.

Ook moet de startbrief duidelijkheid verschaffen over de gevolgen van arbeidsongeschiktheid voor de pensioenopbouw. Het besluit wijst er in dit verband op dat de Ombudsman Pensioenen herhaaldelijk klachten heeft gekregen van mensen die niet wisten dat zij zichzelf moesten melden bij de pensioenuitvoerder en dat zij daar pas laat achterkwamen. Daarom moet expliciet aangegeven worden, of een deelnemer in dat geval zelf voor de aanmelding moet zorgen of niet. Dat past in de hoofdregel, dat de werknemer geïnformeerd wordt over de informatieverplichtingen die hij jegens de werkgever en de uitvoerder moet vervullen.

« terug