Directeur-grootaandeelhouder
De dga niet kan niet rekenen op de beschermende werking van de Pensioenwet. Dit blijkt uit de definitie die de Pensioenwet geeft van het begrip 'werknemer': ‘degene die krachtens arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht of publiekrechtelijke aanstelling arbeid verricht voor een werkgever, met uitzondering van de directeur-grootaandeelhouder en de werknemer die onder de werkingssfeer van een verplichtgestelde beroepspensioenregeling als bedoeld in de Wet verplichte beroepspensioenregeling valt’.

Zijn hoedanigheid van werknemer is van ondergeschikt belang. "Een directeur-grootaandeelhouder heeft de bescherming van de wet niet nodig", aldus de meorie van Toelichting. "Hij kan zijn eigen belangen ook in de rol van eigenaar behartigen. Er is immers geen sprake van feitelijke ondergeschiktheid aan het bestuur van de onderneming die de werkgeversrol vervult."

10%
De wet beschouwt een werknemer als directeur-grootaandeelhouder, als deze ‘persoonlijk houder is’ van 10% of meer van de aandelen. Als de directeur de zeggenschap over de aandelen in een externe organisatie, bijvoorbeeld een stichting, heeft ondergebracht, waarbij hij zelf meer dan 10% van de invloed op het bestuur heeft, is sprake van indirect grootaandeelhouderschap en kwalificeert hij toch als directeur-grootaandeelhouder.

Beperkte zeggenschap
Een aandeelhoudende werknemer die slechts beperkte zeggenschap heeft, ook als hij directeur ís, wordt in de wet als een ‘gewone’ werknemer behandeld, omdat hij wel feitelijk ondergeschikt is aan zijn werkgever. Voor zijn pensioenaanspraken geldt dus, zoals bij elke werknemer, de onderbrengingsplicht.

Het is niet meer mogelijk het in het kader van de pensioenovereenkomst gereserveerde geld op de balans van de onderneming te zetten.
De speciale Regeling voorwaarden pensioentoezeggingen aan direct en indirect-grootaandeelhouders is met de inwerkingtreding van de Pensioenwet opgeheven.

Op het moment dat een deelnemer directeur-grootaandeelhouder wordt bij de vennootschap met wie de pensioenovereenkomst is gesloten, eindigt de deelneming en wordt hij gewezen deelnemer.

Dga wordt gewone werknemer
Op grond van de Pensioenwet kan een dga, die een gewone werknemer wordt, de waarde niet overdragen van in eigen beheer of in een pensioen-BV opgebouwde aanspraken, naar de nieuwe pensioenuitvoerder. Dat is het logische gevolg van de keuze om de dga volledig buiten de reikwijdte van deze wet te houden. Het gaat bij directeuren-grootaandeelhouders immers niet om pensioen in de zin van de wet.
« terug

Memorie van Toelichting over:

Pensioenwet: