|
|
|
|
|
De pensioenuitvoerder kan op zijn vroegst twee jaar na beëindiging van
de deelneming overgaan tot afkoop van pensioenaanspraken. Hij heeft die
mogelijkheid alleen, indien de hoogte van het periodieke ouderdomspensioen
ten tijde van de beëindiging van de deelneming minder bedraagt dan
438,44 euro per jaar (bedrag geldt in het jaar 2012). De afkoopgrens in 2011: 427,69 euro per jaar.
Bestaat naast de basispensioenregeling ook een vrijwillige pensioenregeling,
dan worden beide uitkeringen bij elkaar opgeteld. Althans, wanneer
deze door dezelfde pensioenuitvoerder worden uitgevoerd. Wanneer
er verschillende aanspraken bestaan die voortvloeien uit verschillende
dienstverbanden met dezelfde werkgever, dan hoeft geen optelling plaats
vinden.
De eventueel bij het ouderdomspensioen behorende aanspraken op
nabestaandenpensioen worden, voorzover zij een afkoopwaarde hebben,
eveneens afgekocht ten gunste van de gewezen deelnemer, tenzij sprake
is van een bijzonder partnerpensioen. De afkoopwaarde van een bijzonder
partnerpensioen moet beschikbaar gesteld worden aan de gewezen partner.
Afkoop is niet mogelijk:
- wanneer dit door de pensioen- en uitvoeringsovereenkomst is uitgesloten;
- indien de gewezen deelnemer in de periode van twee jaar na beëindiging
van de deelneming in dienst is getreden van een nieuwe werkgever,
in diens pensioenregeling is opgenomen en de procedure voor
waardeoverdracht is gestart.
Blijkt in dit laatste geval dat de gewezen deelnemer er toch voor kiest de
waarde niet over te dragen, dan heeft de pensioenuitvoerder diens instemming
nodig om de pensioenaanspraak af te kunnen kopen.
De pensioenuitvoerder is rente verschuldigd over de periode die verloopt
tussen het afkoopbesluit en de betaling van de afkoopwaarde.
Indien van tevoren vaststaat dat een nieuwe deelnemer niet langer dan
twee jaar een klein pensioen opbouwt, omdat hij bijvoorbeeld op 62-jarige
leeftijd deelnemer is geworden, hoeft de pensioenuitvoerder niet te wachten tot die deelnemer 65 jaar is. Dan kan er direct bij pensioeningang worden
afgekocht.
Bij de afkoop van aanspraken, opgebouwd vanaf 1 januari 2005, mag geen
onderscheid worden gemaakt tussen mannen en vrouwen en geldt het vereiste
van collectieve actuariële gelijkwaardigheid.
|
|
|
|