|
|
|
 |
|
|
Er is extra ruimte om een lijfrentepremie in aftrek te brengen als een dondernemer zijn onderneming eheel of gedeeltelijk staakt. De stakingswinst (dat is het verschil tussen de boekwaarde en de verkoopprijs) wordt dan niet meteen belast. De lijfenteuitkeringen worden (later) belast in box 1.
De maximale hoogte van de aftrek is onder meer afhankelijk van de leeftijd van de ondernemer.
Voor 2010 gelden de volgende bedragen:
€ 433.053,- bij:
- overdrachten door ondernemers van 60 jaar en ouder;
- overdrachten door meer dan 45% arbeidsongeschikte ondernemers;
- het staken van een onderneming door overlijden
€ 216.533,- bij:
- overdrachten door ondernemers van 50 tot 60 jaar;
- overdrachten door ondernemers van jonger dan 50 jaar indien de lijfrente direct ingaat;
€ 108.272,-
Op deze bedragen worden de volgende al opgbeouwde oudedagsvoorzieningen inmindering gebracht:
- de waarde op het moment van staken van de aanspraken die voortvloeien uit een pensioenregeling die leiden tot als loon aan te merken pensioentermijnen of die uitsluitend of nagenoeg uitsluitend bestaan uit rechten op periodieke uitkeringen en verstrekkingen;
-
- de waarde van de aanspraken uit hoofde van de Wet IOAZ (Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen);
- de waarde van de aanspraken op een bedrijfsbeëindigingsvergoeding van een door een van de ministers opgerichte stichting ter bevordering van de ontwikkeling en de sanering binnen het bedrijfsleven. Een en ander voor zover de hierboven genoemde aanspraken bestaan uit rechten op niet als winst aan te merken periodieke uitkeringen en verstrekkingen en uitsluitend zijn toegekend ter zake van de beëindiging van de onderneming;
- het bedrag van de oudedagsreserve bij het begin van het kalenderjaar;
- de bedragen die in de voorafgaande kalenderjaren in aftrek zijn gebracht uit hoofde van de basisaftrek, de jaarruimte, de reserveringsruimte en/of de aftrek in verband met omzetting van de oudedagsreserve;
- de bedragen die al eerder in verband met winst bij (gedeeltelijke) staking zijn omgezet in lijfrenteaanspraken;
- de bedragen die in aftrek zijn gebracht uit hoofde van de tweede, derde, vierde en vijfde tranche in de jaren vóór 2001.
Ondernemers kunnen afwijken van de hoofdregel dat voor de bepaling van de jaarruimte het voorgaande kalenderjaar bepalend is. Zij kunnen ervoor kiezen om de gegevens van het lopende kalenderjaar te hanteren.
Bij het omzetten van stakingswinst in een lijfrente is de hoofdregel dat de lijfrente uiterlijk moet ingaan in het jaar waarin de leeftijd van 70 jaar bereikt wordt, niet van toepassing. De staatssecretaris heeft deze uitzondering goedgekeurd omdat anders de ondernemer gedwongen zou worden om zijn onderneming op 70-jarige leeftijd te beëindigen.
|
|
|
|