Oud regime | Brede Herwaardering

Ingaan nabestaandenlijfrente bij Pré Brede Herwaarderingpolis die is aangepast aan IB 2001
Op grond van het pre-Brede Herwaarderingregime hoefde een lijfrente ten gevolge van overlijden niet onmiddellijk in te gaan. Voor lijfrenten waarop met ingang van 2001 dat regime nog van toepassing is, is niet duidelijk of uitstel van het ingaan van de nabestaandenlijfrente geheel of gedeeltelijk is toegestaan ook als het overlijden plaats vindt nadat de polis was aangepast aan de Wet IB 2001 en één of meer premies zijn afgetrokken als uitgaven voor inkomensvoorzieningen. Het gaat hier meestal om kapitaalverzekeringen met lijfrenteclausule.

Een pre-Brede Herwaarderinglijfrente verliest als gevolg van de aanpassing aan het lijfrenteregime van de Wet IB 2001 niet de eerbiedigende werking voor zover de lijfrente voortvloeit uit premiebetalingen gedaan vóór 2001.
Voor zover de lijfrente voortvloeit uit premiebetalingen gedaan na 2000 kan de eerbiedigende werking ook van toepassing zijn (zie 'Omzetting pre-Brede Herwaarderingslijfrente in lijfrente IB 2001'). Voor een lijfrente die bij leven uitkeert, kan daardoor sprake zijn van een gedeelte waarop nog het Pré Brede Herwaarderingregime van toepassing is en een gedeelte waarop het regime van de Wet IB 2001 van toepassing is.

Voor een nabestaandenlijfrente is de situatie echter een andere. Het risico van vóóroverlijden wordt in een lijfrentepolis immers verzekerd op grond van de laatst betaalde risicopremie(s). Een nabestaandenlijfrente vloeit niet voort uit een opgebouwd lijfrentekapitaal zoals dat wel het geval is bij een lijfrente die bij leven uitkeert.

IB 2001 op gehele nabestaandenlijfrente van toepassing
Indien dus een nabestaandenlijfrente ingaat na 2001 en de laatstbetaalde premie voor de lijfrente – waarin meestal is begrepen de risicopremie voor de dekking van het overlijdensrisico – als uitgave voor inkomensvoorziening is afgetrokken, is op de gehele nabestaandenlijfrente het regime van de Wet IB 2001 van toepassing.

Uitstel van het ingaan van de nabestaandenlijfrenten is dan fiscaalrechtelijk niet toegestaan.

Uitstel van het ingaan van een nabestaandenlijfrente is wel mogelijk in de situatie waarin de pre-Brede Herwaarderinglijfrente zoals die is opgebouwd tot en met het jaar 2000 premievrij is gemaakt en administratief gesplitst wordt bijgehouden van de lijfrente waarop met ingang van 2001 aftrekbare premies worden betaald. Voor zover de premievrije waarde een recht geeft op dekking bij overlijden na het jaar 2000, is op de desbetreffende lijfrente die ingaat bij overlijden het regime van de Wet IB 1964 van toepassing en is uitstel van de nabestaandenlijfrente fiscaal mogelijk.

(tekst: Besluit 3 juni 2008, nr. CPP2008/287M)

« terug