Begrip lijfrente | Combinaties

Sterftekans bij combinaties
Oudedagslijfrente en nabestaandenlijfrente;
Bij een combinatie van lijfrenten moet elk van de lijfrenten afzonderlijk voldoen aan alle daarvoor geldende criteria, waaronder het onzekerheidsvereiste (1%-criterium). Met name bij tijdelijke nabestaandenlijfrenten kunnen problemen ontstaan door het 1%-criterium als de verzekerde overlijdt kort voor het einde van de looptijd van de verzekering. In een dergelijk geval wordt bij toetsing op de ingangsdatum van de nabestaandenlijfrente niet voldaan aan het 1%-criterium. Om ongewenste gevolgen te voorkomen, heeft de staatssecretrais van Financiën goedgekeurd, dat voor de bepaling van de (1%) sterftekans wordt uitgegaan van de looptijd van de nabestaandenlijfrente die op grond van de overeenkomst maximaal mogelijk is. Hierbij mag dus worden uitgegaan van de datum van sluiten van de lijfrente.

« terug