Situaties waarin gerechtheid tot een Anw-uitkering bestaat zijn de volgende:
- Een nabestaande echtgenoot/partner die is geboren vóór 1 januari 1950
kan recht hebben op een nabestaandenuitkering op grond van de Anw.
Die Anw-uitkering eindigt op het tijdstip waarop de gerechtigde 65 jaar
wordt.
- Een nabestaande echtgenoot/partner die is geboren na 1949 kan recht
hebben op een Anw-uitkering als deze een kind verzorgt dat jonger is
dan 18 jaar. De Anw-uitkering eindigt dan op het tijdstip waarop het
jongste kind 18 jaar wordt.
- Ook kan recht op een Anw-uitkering bestaan als de nabestaande
arbeidsongeschikt is op en sinds de dag van het overlijden van de
echtgenoot of partner.
- Een nabestaande kan ook recht hebben op een Anw-uitkering voor een
kind dat door het overlijden halfwees is geworden.
- Een kind dat door het overlijden ouderloos is geworden, kan zelfstandig
recht hebben op een Anw-uitkering. Deze uitkering eindigt, naar gelang
de omstandigheden, op het tijdstip waarop het kind de leeftijd van 16,
18 of 21 jaar bereikt.
- Een Anw-uitkering kan ook op andere gronden eindigen, bijvoorbeeld
als het inkomen te hoog wordt of als de nabestaande hertrouwt.
|