Banksparen

Markante verschillen tussen bancaire lijfrente en lijfrenteverzekering
In de opbouwfase
BancairVerzekering
Geblokkeerde spaarrekening waarop periodieke stortingen kunnen worden gedaan door de gerechtigde en/of een eenmalige inlegEen verzekering tegen periodieke premiebetaling of koopsom
Sparen tegen een met de bank overeengekomen (variabele of vaste) rentevergoedingSparen voor een gegarandeerd eindkapitaal
Bij overlijden gaat het opgebouwd saldo over de nabestaandenEen nabestaandenuitkering is afhankelijk van de nabestaandenvoorziening die verzekerde op de polis heeft getroffen

In de uitkeringsfase
BancairVerzekering
Uitkeringen gebaseerd op
- leeftijd
- looptijd
- rekeningsaldo, incl rentebijschrijvingen
- leeftijd en sterftekans (min. 1%)
- looptijd
- gekozen verzekeringsvorm: beleggen, sparen, gegarandeerd eindkapitaal al of niet met winstdeling, meeverzekerden, etc.
Tijdelijke uitkering
- vanaf het jaar waarop de 65-jarige leeftijd bereikt wordt
- minimaal 5 jaar
- maximaal ˝€ 20.497 per jaar (2010)
- vanaf het jaar waarop de 65-jarige leeftijd bereikt wordt
- minimaal 5 jaar
- maximaal € 20.497 per jaar (2010) - duur afhankelijk van 1% sterftekans
(Levens)lange uitkering
- uitkering minimaal 20 jaar vanaf 65 jaar
- uitkering minimaal 20 jaar plus het aantal jaren jonger dan 65
- levenslange uitkering mogelijk
Bij overlijden
alleen bij wettelijke erfgenamen
- uitkeringen gaan direct in als termijnen nog niet zijn ingegaan
- uitkeringen worden voortgezet als deze al zijn ingegaan totdat er geen saldo meer is
alleen aan nabestaanden
- als overgang op partner is meeverzekerd
– uitkeringen worden voortgezet als deze al zijn ingegaan, afhankelijk van het overeengekomen overgangspercentage
– als een contraverzekering is afgesloten
Nabestaandenlijfrente bij (ex-)partner
– minimale looptijd uitkeringen: 5 jaar – termijnen kunnen tijdelijk of levenslang zijn
– gedurende de looptijd moet de sterftekans minimaal 1% zijn
Nabestaandenlijfrente bij erfgenaam in de rechte lijn . 30 jaar of jonger of 2e of 3e graad zijlijn 30 jaar of jonger
- uitkeringen minimaal 5 jaar, maar nooit meer dan aantal jaren dat de erfgenaam jonger is dan 30 jaar
- of uitkering minimaal 20 jaar
- termijnen moeten uiterlijk eindigen op de dag waarop de begunstigde 30 jaar wordt (eerder mag ook) – of levenslange uitkering
Nabestaandenlijfrente bij erfgenaam in de rechte lijn . ouder dan 30 jaar of 2e of 3e graad zijlijn ouder dan 30 jaar
- uitkering minimaal 20 jaar - termijnen moeten levenslang worden uitgekeerd
Verzekerde lijfrenten kunnen geruisloos omgezet worden in bancaire en andersom.

Let wel: in het geval dat de verzekeringnemer bij verlenging van een oud regime polis kiest voor een lijfrenteverzekering bij dezelfde of een andere verzekeraar blijft het fiscale oude regime van kracht.
Wanneer de verlengde polis opnieuw expireert, ontstaan weer dezelfde keuzemogelijkheden.

Wordt daarentegen voor voortzetting in de vorm van een bancaire lijfrente gekozen, dan verliest het kapitaal de oud regime status en zijn in de uitkeringsfase de IB 2001-regels van toepassing.

« terug

Wet IB 2001: