Hypotheekadvies

Procesinrichting
De AFM geeft een twaalfstappenplan voor een goed adviesproces. Uiteraard kunnen er andere modellen zijn om een goede invulling te geven aan de open normen, maar het plan kan wel als handvat dienen.

De financiële dienstverlener:
1verzamelt van alle relevante informatie over de consument die het mogelijk maakt de financiële mogelijkheden van de consument te bepalen. Dat doet de adviseur nog vóórdat hij nadenkt over de vraag welk product voor de consument geschikt is.
2controleert de juistheid en volledigheid van de verkregen informatie. Dit doet hij door vervolgvragen te stellen en een vraagmethode te hanteren, waarbij de consument zich in verschillende scenario’s moet verplaatsen. Doordat de consument zich in die scenario’s moet verplaatsen, moet hij bewust keuzes maken ten aanzien van zijn situatie in verschillende levensfases. Deze keuzes leveren de relevante informatie op, waarmee de financiële dienstverlener de reeds geïnventariseerde informatie kan aanscherpen en concretiseren.
3prioriteert de behoeftes van de consument en scherpt de relevante gegevens verder aan. Dit doet hij door de consument te informeren over de productsoorten die mogelijk in de behoeftes van de consument kunnen voorzien.
4toetst bij de informatieverstrekking over de producten of de consument zich bewust is van zijn keuzes en de uitgangspunten die gehanteerd worden.
5vertaalt de uitgangspunten en wensen van de consument naar een zoveel mogelijk cijfermatig onderbouwde financiële oplossing.
6presenteert de mogelijkheden zodanig dat alle relevante financiële consequenties voor de consument volledig duidelijk zijn.
7verifieert bij deze presentatie of het profiel van de consument (nog) in overeenstemming is met de gepresenteerde oplossingen. Na deze presentatie is het klantprofiel volledig samengesteld.
8maakt de controle op de juistheid van zijn berekeningen en aannames tot standaard onderdeel van het adviesproces (bij voorkeur op basis van een “vier ogen principe”).
9formuleert zijn advies en motiveert dit. Hij bespreekt het advies en de motivering met de consument, waarbij hij de consument duidelijk maakt hoe het advies aansluit bij zijn profiel.
10legt alle informatie van het klantprofiel en de relevante informatie met betrekking tot het verkochte product op een georganiseerde wijze vast. Wanneer de consument beslist het advies niet op te volgen en een ander financieel product aanschaft, legt de financiële dienstverlener dit zodanig vast dat hij dit aan de AFM kan aantonen (art. 32, lid 5, BGfo)
11verstrekt de consument naast de productinformatie en de offerte schriftelijk de volgende informatie:
12verstrekt deze informatie op een zodanig tijdstip aan de consument, dat de consument voldoende tijd heeft om deze informatie door te nemen en zich een afgewogen oordeel te vormen over het advies.

Drie aspecten zijn bij de inrichting van de processtappen belangrijk:
1Uit de inhoud van de stappen blijkt, dat het samenstellen van het klantprofiel niet een eenmalige activiteit is. Het adviesproces begint met het inwinnen van de basale financiële en persoonlijke gegevens van de consument. Vervolgens is het vaststellen (en bijwerken) van het volledige klantprofiel is een continu proces dat door het hele adviesproces heen loopt. Aan de hand van de informatie die adviseurs de consument verschaffen, vullen zij het klantprofiel met relevante gegevens aan en zij verifiëren of de gegevens, bijvoorbeeld wat betreft de doelstellingen en de risicobereidheid, (nog steeds) juist zijn. De consument, zo blijkt, kan namelijk op basis van de informatie die de financiële dienstverlener verstrekt, zijn eerder geformuleerde doelstellingen en risicobereidheid wensen bij te stellen.
2Een ander belangrijk aspect van deze inrichting van het proces is, dat de analyses cijfermatig worden onderbouwd. Een cijfermatige analyse is in een aantal gevallen, zoals bijvoorbeeld bij het bepalen van de hoogte van de risicodekking, noodzakelijk om te kunnen nagaan of het advies aansluit bij het klantprofiel. Daarnaast is het voor de consument noodzakelijk inzicht te hebben in de financiële implicaties (bijvoorbeeld bij oversluiten) of financiële onderbouwing (bijvoorbeeld bij de geadviseerde dekking voor een risicoverzekering) om het advies goed te kunnen beoordelen.
3Het vastleggen van klantgegevens bij financiële dienstverleners met een goed adviesproces vindt georganiseerd (art. 32 Bgfo) plaats. Dat betekent dat de adviseur (al dan niet via een geautomatiseerde systeem) alle relevante gegevens van het klantprofiel en het gegeven advies zodanig opslaan dat zij in een aantal bladzijden alle gegevens kunnen produceren waarmee op overzichtelijke wijze het gegeven advies gereconstrueerd kan worden. Daarnaast wil de AFM dat het systeem zo ingericht is, dat bij het maken van berekeningen de eenmaal ingebrachte gegevens worden gebruikt, waardoor het maken van fouten wordt voorkomen.



Zie ook:
Bgfo: