|
|
|
|
|
Wanneer de adviseur aanbeveelt het doelvermogen op te bouwen
door te beleggen, zal hij een aantal extra vragen moeten stellen om het klantprofiel
compleet te maken en het advies te kunnen laten aansluiten bij dat klantprofiel:
1 | in welke mate wil de consument risico lopen bij de opbouw van het doelvermogen?
| 2 | welke keuze past bij het klantprofiel: beleggingsverzekering of los beleggingsproduct
samen met losse overlijdensrisicoverzekering?
| 3 | welke beleggingsmix en welke soort fondsen sluiten aan bij de vastgestelde
risicobereidheid van de consument?
| 4 | welk rekenrendement moet gehanteerd |
Verdieping risicobereidheid
In die gevallen dat de adviseur aanbeveelt het doelvermogen op te
bouwen door middel van beleggen, is het noodzakelijk dat hij zich verder verdiept in
de risicobereidheid van de consument. De adviseur heeft eerst vastgesteld
dat de consument risico kan en wil lopen. Nu is van belang te bepalen in
welke mate hij dat wil doen. Om het beleggersprofiel vast te stellen legt adviseur aan de consument een aantal vragen voor. Aan deze
vragen verbindt hij punten en een weging die tezamen resulteren in de risicobereidheid. De vier categorieën waarop de adviseur de
consument bevraagt zijn:
1 | de beleggingshorizon van de consument;
| 2 | het risico dat de consument wil lopen met betrekking tot fluctuaties in rendement;
| 3 | de afhankelijkheid van de consument van het doelvermogen;
| 4 | de kennis en ervaring van de consument met beleggingsproducten.
|
Bij een goede adviespraktijk:
- zijn deze vragen eenduidig, neutraal en begrijpelijk geformuleerd;
- kan de afweging een uitkomst hebben die varieert van (zeer) defensief tot en met
(zeer) offensief;
- worden alle vier de categorieën gewogen, daarbij rekening houdend met het
gewicht dat aan elke categorie is toegekend;
- wordt het gewicht in de vier de categorieën in evenwicht met hun belang vastgesteld.
De adviseur kan zelf een vragenlijst opstellen; hij kan ook gebruik
maken van een gestandaardiseerd beleggersprofiel waarbij meerkeuzevragen gesteld
worden. Aanbieders werken over het algemeen met zo’n gestandaardiseerd beleggersprofiel.
De adviseur gebruikt in veel gevallen de standaard beleggersprofielen
van aanbieders. De AFM waarschuwt dat ook in dat geval de adviseur niet gevrijwaard is van de verantwoordelijkheid voor de juiste vaststelling van de risicobereidheid.
|
|
|
|