Behalve dat de financiële dienstverlener de consument cijfermatig inzicht geeft in de
hoogte van de bruto en netto maandlasten, informeert de financiële dienstverlener de
consument over de fiscale consequenties van het geadviseerde opbouwproduct.
Hierbij adviseert hij de consument onder andere over:
- welke hypotheekdeel gedurende welke periode fiscaal aftrekbaar is;
- of, indien van toepassing, gekozen moet worden voor een KEW of plaatsing in
box 3 van een kapitaalverzekering;
- de fiscale gevolgen van het plaatsen in box 3 van een kapitaalverzekering (vermogensrendementsheffing);
- de (fiscale) vereisten van een KEW (premieverhouding, vrijstelling, minimum en
maximum looptijd, etc.);
- de mogelijkheid van premiesplitsing; en
- de mogelijkheid om overlijdensrisicoverzekeringsdelen in box 3 te plaatsen.
Informatieverstrekking
Voor de meeste consumenten geldt dat zij te maken kunnen krijgen met fiscale aspecten.
Deze aspecten beïnvloeden de hoogte van de netto maandlast. Wanneer de financiële
dienstverlener deze aspecten verkeerd verwerkt in het advies, levert dit een te
positief beeld op van de netto maandlast. De AFM beschouwt het advies waarbij de
fiscale aspecten op juist wijze meegenomen worden als een voorbeeld van een goede
adviespraktijk.
Binnen een goede adviespraktijk hoeven financiële dienstverleners niet een gedetailleerd
inzicht te verschaffen over álle fiscale aspecten voor de consument. De AFM
vindt wel dat financiële dienstverleners de consument correct dienen te informeren
over de specifieke basisprincipes49 van de fiscale regelgeving, die voor de consument
in zijn situatie van belang zijn. Daarbij is het ook belangrijk dat de financiële dienstverleners
bijvoorbeeld in hun advieswijzer aangeven waarover zij wel en niet kunnen
adviseren.
|