Vergunning

Adviseren
Adviseren is 'het in de uitoefening van een beroep of bedrijf aanbevelen van een of meer specifieke financiële producten aan een bepaalde cliënt.'

Specifieke producten
Er is sprake van adviseren in de zin van de Wft, indien de aanbeveling betrekking heeft op een concreet financieel product van een bepaalde aanbieder. Het enkel aanbevelen van een productsoort - ' ik zou je een gemengde levensverzekering aanraden' - valt niet onder het wettelijk begrip adviseren en dus ook niet onder de adviesregels.
Natuurlijk kunnen in een advies wel verschillende specifieke financiële producten worden aanbevolen.

Bepaalde cliënt
Door te spreken over een 'bepaalde' cliënt maakt de wetgever duidelijk dat het aanprijzen van een bepaald product in een reclame niet onder adviesregels valt. Datzelfde geldt voor adviezen in boeken, tijdschriften en algemeen verspreide mailings.
In de Wfd werd nog gesproken over 'consument'. De Wft maakt onderscheid tussen consumenten en cliënten. Wanneer sprake is van een cliënt wordt een zakelijke afnemer op dezelfde wijze beschermd als de consument.
Deze Wft-regels hebben dus niet alleen betrekking op het advies aan particulieren, maar ook op dat aan de zakelijke markt. De reden hiervoor is dat verzekeringsproducten - waaronder pensioenproducten - ook voor de zakelijke afnemer heel complex kunnen zijn.

De Wft niet van toepassing op verzekeringen die betrekking hebben op grote zakelijke risico's. Verzekeringnemers die daarmee te maken hebben, zijn zelf voldoende in staat hun belangen te behartigen.

Adviseren verschilt van bemiddelen in die zin dat adviseren niet gericht is op de totstandkoming van een overeenkomst tussen aanbieder en een cliënt inzake een financieel product. Als louter van adviseren sprake is, wordt van de cliënt verwacht dat deze zelf contact zoekt met een aanbieder.

Vergunningaanvraag
De AFM zal aan de aanvrager een vergunning verlenen voor het adviseren indien de aanvrager aantoont dat hij aan de wettelijke eisen voldoet. De toezichthouder zal dat preventief toetsen, dus vóór het moment dat de financiële onderneming activiteiten gaat ontplooien.
Wel stelt artikel 2:78 Wft dat de aanvrager moet aantonen dat aan de eisen 'zal worden voldaan'. Het kan dus best zijn, dat de onderneming op het moment van de vergunningaanvraag nog niet aan alle vergunningeisen voldoet omdat die nog in de oprichtingsfase verkeert. "Dit neemt niet weg", aldus de toelichting op dit artikel, "dat preventief getoetst kan worden dat binnen korte tijd na de vergunningverlening aan deze eisen 'zal' worden voldaan. Met deze formulering wordt recht gedaan aan het feit dat bij de vergunningverlening moet worden 'vooruitgekeken' naar de bedrijfsvoering - en dus alle aspecten daarbij moeten worden beoordeeld, ook degene waaraan nog niet kan worden voldaan,"

Hetzelfde artikel bepaalt dat de aanvrager ook de bij algemene maatregel van bestuur te bepalen gegevens moet verstrekken. De opsomming van die gegevens is te vinden in artikel 36 Besluit markttoegang financiële ondernemingen (Bmfo). Het gaat om naw-gegevens, gegevens betreffende de rechtspersoon van de onderneming, de vraag of de onderneming is aangesloten bij de StFD en alle bescheiden die betrekking hebben op de wettelijke vergunningvereisten.


Wft:

Vrijstellingsregeling Wft:

Besluit markttoegang fin. ond. Wft: