Vakbekwaamheid

Feitelijk leidinggevenden
Feitelijk leidinggevenden zijn personen die het verkoopproces (het klantencontact) inhoudelijk effectief kunnen sturen of beïnvloeden.
Dat hoeft niet de hiërarchisch leidinggevende van een klantmedewerker te zijn, maar ook bijvoorbeeld een productspecialist, waar de klantmedewerker met zijn vragen naartoe kan.
De direct leidinggevende is weliswaar de manager van de klantmedewerker, maar hij treedt in dit voorbeeld niet op als feitelijk leidinggevende in de betekenis van het Bgfo (art. 5).

Ook kan de situatie zich voordoen dat een team van klantmedewerkers in het verkooptraject inhoudelijk wordt aangestuurd door een andere ervaren en gespecialiseerde klantmedewerker uit het team.
In dit geval wordt deze aangemerkt als feitelijk leidinggevende.

De deskundigheidseisen zijn niet op alle feitelijke leidinggevenden van toepassing. Dit geldt voor 'een zodanig aantal' feitelijk leidinggevenden dat de kwaliteit van de financiële dienstverlening aan de cliënt kan worden gewaarborgd.

Een algemeen antwoord op de vraag aan welk aantal gedacht moet worden, geeft het Bgfo niet. "Bepalend voor het aantal feitelijk leidinggevenden waarvan de vakbekwaamheid dient te worden aangetoond, is het aantal feitelijk leidinggevenden dat binnen de organisatie van een financiële dienstverlener nodig is om de vakbekwaamheid van de klantmedewerkers voldoende te kunnen waarborgen." Cruciaal is de vraag hoeveel klantmedewerkers een feitelijk leidinggevende inhoudelijk kan aansturen. Dat verschilt per onderneming en hangt af van de vraag in hoeverre de leidinggevende ondersteund wordt door protocollen en ook van de kwaliteit van de klantmedewerkers zelf.

De AFM let hierbij op het volgende:
Feitelijk leidinggevenden kunnen hun vakbekwaamheid aantonen aan de hand van geldige diploma's.
De onderneming voldoet ook aan de deskundigheidseis wanneer de bedrijfsvoering zodanig is ingericht 'dat deze een vakbekwame financiële dienstverlening aan cliënten, voldoende waarborgt.' (art. 6) Deze regel is alleen van toepassing op kantoren met een op jaarbasis gemiddeld aantal voltijdse werknemers van meer dan 50.

De criteria die de AFM hanteert bij het toezicht op de deskundigheid en vakbekwaamheid binnen een onderneming heeft de toezichthouder vastgelegd in de 'Beleidsregel Deskundigheid dagelijks beleidsbepalers'. De Wft stelt de eis dat er voldoende deskundigheid en vakbekwaamheid binnen een organisatie aanwezig moet zijn. Het Bgfo vult de kaders enigszins in, maar het meest concreet worden de eisen verwoord in genoemde Beleidsregel.


Bgfo:

Wft:

Meer informatie: