Vakbekwaamheid
De financiële dienstverlener mag alleen actief zijn op een bepaald vakgebied wanneer daarvoor de specifieke deskundigheid binnen zijn onderneming aanwezig is. Zodra de deskundigheid op een bepaald vakgebied wegvalt - bijvoorbeeld omdat de diplomahouder, wiens kennis bepalend was voor het verkrijgen van de vergunning, het bedrijf verlaat - dan heeft dat consequenties voor de continuïteit van de onderneming waar het de advisering of bemiddeling op het betreffende vakgebied betreft.

Wat de vakinhoudelijke kennis betreft, richt de toezichthouder de aandacht in eerste instantie op de medewerkers die zich onder de verantwoordelijkheid van de financiële dienstverlener rechtstreeks bezig houden met het verlenen van financiële diensten aan cliënten, de zogenoemde klantmedewerkers.

Er worden verschillende vakbekwaamheidseisen gesteld aan bestuurders, feitelijk leidinggevenden en overige medewerkers. Rode draad in de regelgeving is, dat vakinhoudelijk contact met een cliënt uitsluitend onderhouden mag worden door medewerkers die op het betreffende gebied voldoende kennis bezitten. Het maakt geen verschil of zo'n medewerker leidinggevende is of niet. Bestuurders moeten in hun hoedanigheid van beleidsbepaler geschikt zijn voor de uitoefening van hun functie. Die geschiktheid wordt getoetst door de toezichthouder (zie verder bij Beleidsbepalers).