Een financiëledienstverlener dient de cliënt te
waarschuwen indien uit de verkregen informatie
blijkt dat de financiële dienst of het financieel product niet passend is.
Als op grond van de verkregen informatie van de
consument of cliënt blijkt dat deze over onvoldoende kennis en ervaring beschikt
- in relatie tot de aard en omvang van de financiële
dienst of
- de complexiteit en risico’s van het desbetreffende
financieel product
dient de consument of cliënt gewaarschuwd te
worden dat het raadzaam is om voorafgaand aan
het afnemen van het desbetreffende financieel product advies in te winnen.
Financiële dienstverleners mogen vertrouwen op
de informatie die door de consument of cliënt
wordt verstrekt, tenzij de financiële dienstverlener
weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat de informatie gedateerd, onnauwkeurig of onvolledig is.
Indien meerdere financiëledienstverleners betrokken zijn bij de financiële dienstverlening, geschiedt
het inwinnen van de informatie door de financiële dienstverlener die rechtstreeks door de consument of cliënt is benaderd voor het verlenen van
de (‘execution only’) financiële dienst. Indien de
consument of cliënt het financieel product zonder
advies via een bemiddelaar afneemt, zal deze als
aanspreekpunt de kennis en ervaring dienen vast
te stellen.
De AFM mag nadere regels stellen met betrekking
tot de wijze waarop de informatie over de kennis
en ervaring wordt gevraagd en de inhoud van deze
vragen.
Ook kan de AFM nadere regels stellen ten aanzien
van de formulering van de waarschuwing dat het
raadzaam is dat de consument of cliënt advies
inwint.
Dat laatste is (nog) niet gebeurd. Wel heeft het kabinet een en andermaal aangegeven dat indien een klant na de waarschuwing een product of dienst wil aanschaffen, hem dat niet verboden kan worden.
|