|
|
|
|
|
Een kleine groep strafrechtelijke gedragingen leidt voor de toezichthouder per definitie tot een onbetrouwbaarheidsoordeel. Dit wordt ook wel de 'guillotinebepaling' genoemd. Door de aard en ernst van dergelijke misdrijven, kunnen deze gedragingen op voorhand niet samengaan met de belangen die de toezichtwetgeving wil beschermen. De 'guillotinebepaling' geldt enkel voor strafrechtelijke veroordelingen, waarvan de onherroepelijke uitspraak minder dan acht jaar geleden is gedaan.
Het gaat om zaken - genoemd in onderdeel 1 van Bijlage C van het Bgfo - als:
- verrichten of bewerkstelligen van transacties in bepaalde effecten;
- het doorgeven van voorwetenschap of de nadrukkelijke aanbeveling bepaalde transacties te doen zonder daarbij de voorwetenschap door te geven;
- deelneming aan een criminele en of terroristische organisatie;
- valsheid in geschrifte;
- opzettelijk verstrekken van onware gegevens;
- opzettelijk schenden van de verplichting gegevens te verstrekken;
- diefstal onder verzwarende omstandigheden;
- verduistering;
- benadeling van schuldeisers of rechthebbenden;
- opzetheling;
- witwassen;
- overtreding van een bepaling uit de financiële toezichtswetgeving, als misdrijf strafbaar gesteld in artikel 2 juncto 6 van de Wet op de economische delicten en waarvoor betrokkene is veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf of een geldboete van ten minste de vierde categorie; of
- overtreding van een of meer in het buitenland geldende strafbepalingen, vergelijkbaar met de hierboven genoemde.
|
|
|
|