Betrouwbaarheid | Overige medewerkers

Eigen onderzoek
De financiële ienstverlener is zelf verantwoordelijk voor betrouwbaarheid klantmedewerkers. De AFM stelt niet zelf een onderzoek in naar de betrouwbaarheid van de klantmedewerkers, maar laat dit over aan de financiële dienstverlener. Zij moeten beschikken over een blanco strafblad met betrekking tot ernstig strafbare feiten in verband met vermogensdelicten en mogen zich niet schuldig hebben gemaakt aan andere met financiële activiteiten verband houdende delicten.

De financiële dienstverlener dient dat te controleren door aan deze medewerkers het overleggen van een zogenaamd 'bewijs van goed gedrag' te vragen. Voorts moet hij zich ervan vergewissen dat de klantmedewerker in het verleden niet failliet is verklaard, tenzij rehabilitatie heeft plaatsgevonden.

Onderscheid wordt gemaakt tussen medewerkers die al onder de verantwoordelijkheid van de financiële dienstverleners werkzaam waren op 31 december 2004 (een dag voordat de Wfd in werking trad) en medewerkers die na dat tijdstip in dienst zijn getreden.
Van de eerste categorie werknemers wordt de betrouwbaarheid verondersteld. De bestuurder is weliswaar ook voor hun betrouwbaarheid verantwoordelijk, maar hoeft dat niet actief te onderzoeken. Indien deze personen na genoemde datum als klantmedewerker in dienst treden van een andere financiële dienstverlener, dan geldt de uitzondering niet meer en zullen zij alsnog een verklaring van goed gedrag moeten kunnen overleggen.