Beloningsregels | Provisie schadeproducten

Kennelijk onredelijke beloning
Adviseurs en bemiddelaars zijn in beginsel vrij om met de cliënt hun beloning overeen te komen zolang maar geen sprake is van een beloning die, gelet op de aard en de omvang van de dienstverlening, als kennelijk onredelijk kan worden beschouwd.
Deze open norm geeft de AFM de mogelijkheid om handhavend op te treden, daar waar cliënten kennelijk onredelijke beloningen in rekening worden gebracht die evident afbreuk doen aan de belangen van de cliënt.

De vraag of een provisie ‘kennelijk onredelijk’ is, hangt af van de feiten en de omstandigheden van het geval.

De AFM dient daarbij bijvoorbeeld te toetsen aan de volgende vragen:
Wat in ieder geval niet redelijk is zijn beloningen voor transacties die worden uitgevoerd met als enig kennelijk doel additionele commissie of provisie te genereren, terwijl daar nauwelijks of geen (extra) advieswerkzaamheden mee gemoeid zijn.
In een dergelijk geval kan ook sprake zijn van het in strijd handelen met de plicht van de adviseur om de cliënt van passend advies te voorzien. De adviseur of bemiddelaar genereert dan extra inkomsten door de adviesbeloning, terwijl de cliënt het product wellicht niet nodig heeft.

Rekening houden met doorlopende provisie
Wanneer de financiëledienstverlener kosten voor dienstverlening in rekening brengt bij de consument na ingang van het provisieverbod, zonder rekening te houden met de doorlopende provisie die hij al ontvangt, kan dit eveneens als kennelijk onredelijk worden beschouwd.

Algemeen gebruikelijk
Bij het bepalen wat als kennelijk onredelijk kan worden beschouwd, kan ook worden gekeken naar wat in de branche in het algemeen gebruikelijk is om in rekening te brengen voor bepaalde diensten. Van adviseurs en bemiddelaars wordt verwacht dat zij hun eigen verantwoordelijkheid nemen en een beloning bij de consument of cliënt in rekening brengen die (alle omstandigheden in aanmerking genomen) als redelijk kan worden beschouwd.

Sanctie
De AFM in het geval van overtreding van de norm een sanctie opleggen, maar zij is niet bevoegd om direct in te grijpen in de civielrechtelijke verhouding tussen een cliënt en de adviseur of bemiddelaar.

Vrijheid om beloning vast te stellen
Voorop staat dat adviseurs en bemiddelaars vrij zijn om met de cliënt hun beloning overeen te komen. Het is dan ook niet de bedoeling dat de AFM beoordeelt of het uurtarief dat de adviseur of bemiddelaar in rekening brengt, redelijk is.


Zie ook: